Búri
In de Noordse mythologie is Búri de tweede oerreus die (naast Ymir) door het oerrund Audhumbla uit de originele stagnerende ijsmassa werd gelikt. Búri is de oervader zowel van alle reuzen als goden (Asen en Wanen).
Van hem stammen als eersten Borr (of Bor) en Bestla uit wie de voorlopers van de Asen (Odin) en Wanen (Vili) alsook Ve voortkomen.
Hon sleikti hrímsteinana er saltir váru. Ok hinn fyrsta <dag> er hon sleikti steina, kom ór steininum at kveldi manns hár, annan dag manns höfuð, þriðja dag var þar allr maðr. Sá er nefndr Búri. Hann var fagr álitum, mikill ok máttugr. Hann gat son þann er Borr hét. — genormaliseerde tekst van R |
Ze likte de ijsblokken, die zoutig waren; en de eerste dag dat ze de blokken likte kwam voort uit de blokken in de avond het haar van een man; de tweede dag, een manshoofd; de derde dag was de hele man er. Hij wordt genoemd Búri: hij was fraai van voorkomen, groot en machttig. Hij kreeg een zoon genaamd Borr[.] — uit de vertaling van Brodeur |
Búri wordt nergens in de Poëtische Edda genoemd, en slechts een enkele keer in het skaldisch corpus. In Skáldskaparmál haalt Snorri Sturluson het volgend vers aan van de 12e eeuwse skald Þórvaldr blönduskáld.
Nú hefk mart |
Nu heb ik gesnapt |
[bewerk] Referenties
- Ásgeir Blöndal Magnússon (1989). Íslensk orðsifjabók. Reykjavík: Orðabók Háskólans.
- Brodeur, Arthur Gilchrist (transl.) (1916). The Prose Edda by Snorri Sturluson. New York: The American-Scandinavian Foundation. Available online at http://www.northvegr.org/lore/prose/index.php.
- Eysteinn Björnsson (ed.) (2005). Snorra-Edda: Formáli & Gylfaginning : Textar fjögurra meginhandrita. http://www.hi.is/~eybjorn/gg/
- Faulkes, Anthony (transl.) (1987). Edda. London: J. M. Dent. ISBN 0-460-87616-3.
- Finnur Jónsson (1931). Lexicon Poeticum. København: S. L. Møllers Bogtrykkeri.
- Finnur Jónsson (1912-15). Den norsk-islandske skjaldedigtning. København: Den arnamagnæanske kommission. Editie van Þórvaldr's fragmenten beschikbaar op http://www.hi.is/~eybjorn/ugm/skindex/tblond.html.