Abraham van den Kerckhoven
Abraham van den Kerckhoven (Mechelen, ± 1618 - 1701) stamde uit een familie van procureurs, notarissen en kunstenaars, waaronder tal van organisten en zangers die te Brussel aan de belangrijkste kerken en aan het koninklijk hof verbonden waren. Hij werd eerst organist aan de Brusselse Sint-Katharinakerk, een functie die hij tot aan zijn dood in 1701 bleef waarnemen. In 1648 volgde hij J.K. Kerll op als "kamerorganist" van aartshertog Leopold Wilhelm van Oostenrijk, gouverneur van de Nederlanden. Het was in zijn functie van hoforganist dat Abraham van den Kerckhoven in 1654, toen koningin Christina van Zweden de dominikaner Sint-Pauluskerk te Antwerpen bezocht, het nieuwe N. van Hagen-orgel demonstreerde.
In zijn laatste levensjaren maakte Van den Kerckhoven nog de eerste Brusselse realisaties van orgelmaker Jean-Baptiste Forceville mee. Het oeuvre van Van den Kerckhoven is ons enkel overgeleverd in een handgeschreven organistenboek, gedateerd 1741, en gesigneerd door J.I.J. Cocquiel, een priester verbonden aan het kapittel van Zinnik (Soignies).