Zuid-Hollands volkslied
Het volkslied van Zuid-Holland is geschreven in 1950 door H.G. Lukkien (muziek) en L.C. Winkelman (tekst), beide toen werkzaam bij de provincie Zuid Holland als ambtenaar. De tekst van het lied luidt:
- Zuid-Holland met je weiden en 't grazende vee,
- Je molens, je duinen, je strand en je zee,
- Je plassen en meren, aan schoonheid zo rijk,
- Je grote rivieren, betoomd door de dijk,
- Je akkers met graan, waar de wind over gaat,
- Je bloembollenvelden in kleurig gewaad!
- Aan jou o, Zuid-Holland, mijn heerlijk land, mijn heerlijk land,
- Aan jou o, Zuid-Holland, heb ik mijn hart verpand!
- Zuid-Holland, je hoofdstad zo mooi en zo oud,
- Je weids 's-Gravenhage, met Plein en Voorhout,
- Daar vindt men 't bestuur van Provincie en Land,
- Daar wonen ook ambassadeur en gezant.
- Daar gingen de graven van Holland op jacht,
- Daar zetelt Oranjes doorluchtig geslacht!
- Aan jou, o Zuid-Holland, historisch land, historisch land
- Aan jou, o Zuid-Holland, heb ik mijn hart verpand!