Zuid-Afrikaansche Republiek
Vlag | Wapen |
---|---|
Kaart | |
Hoofdstad | Pretoria |
Regeringsvorm | Republiek |
Staatshoofd | President |
Bestaan | 1852 - 1902 |
Ontstaan uit | |
Opgegaan in | Unie van Zuid-Afrika |
Oppervlakte | |
Inwoners | |
Taal | Nederlands |
Religie | Protestant |
Munteenheid |
De Zuid-Afrikaansche Republiek , in de volksmond werd het vaak Transvaal genoemd, was een onafhankelijke staat in het zuiden van Afrika, in de latere provincie Transvaal. De republiek werd gesticht door de Boeren die in de jaren 40 van de 19e eeuw diep het binnenland van Zuid-Afrika binnengetrokken waren. De hoofdstad was Pretoria en de officiële taal het Nederlands.
[bewerk] Geschiedenis
Op 17 januari 1852 erkende het Verenigd Koninkrijk, dat de Kaap in bezit had, de onafhankelijkheid van de republiek in het Zandriviertractaat. Twee jaar later werd in het Contract van Bloemfontein ook de onafhankelijkheid van de Oranje Vrijstaat erkend. Maar aan de kust annexeerden de Britten Natal.
In 1871 werd de Kapenaar ds. Th.F. Burgers tot president van de Z.A.R. gekozen, maar in deze tijd was Transvaal, in tegenstelling tot de Vrijstaat, nog een vrij rommelig en onsamenhangend geheel. In deze tijd besloot de Britse regering van Disraeli dat er een Zuid-Afrikaanse federatie (onder Brits bestuur) moest komen waarbij ook de beide boerenrepublieken moesten worden gevoegd. De diamantvondsten bij Kimberley in de Vrijstaat waren daar niet geheel vreemd aan.
President Burgers probeerde het gevaar af te wenden door betrekkingen aan te knopen met vreemde mogenheden, zoals Nederland en Portugal, en plannen te maken voor een treinverbinding naar de Portugese haven in Lourenço Marquez (Maputo). Dit zinde de Britse regering allerminst en gebruikmakend van het feit dat Burgers een relatieve buitenstaander was die van conservatieve kringen in de Z.A.R. bitter weinig steun genoot, stuurde Londen op 20 januari 1877 Sir Theophilus Shepstone naar Pretoria, de hoofdstad van de Z.A.R., om over grieven te praten. In plaats daarvan kondigde hij de annexatie af en nog weken daarna was de situatie in het land voor weinigen duidelijk.
Het duurde tot december 1880 alvorens onder de Transvalers sprake was van verzet. Bij Paardekraal vond een grote saamtrek plaats waar een driemanschap werd aangesteld bestaande uit S.J.P. Kruger, P.J. Joubert en M.W. Pretorius. Er ontstonden een reeks schermutselingen en op 27 februari 1881 werden de Britten bij Majuba overtuigend verslagen. In augustus volgde een vredesverdrag waarbij de Britten opnieuw de onafhankelijkheid, zij het onder suzereiniteit, van de Z.A.R. erkende.
In Nederland deed de hernieuwde onafhankelijkheid en de moed waarmee de Transvalers zich tegen de supermacht van die tijd hadden verdedigd een golf van belangstelling ontstaan voor een gebied dat daarvoor zelden veel aandacht gekregen had. Er ontstond zelfs een bescheiden stroom emigratie naar de Z.A.R. Hoewel de aantallen niet erg groot waren, waren de nieuwkomers van groot belang voor de Z.A.R. omdat zij met administratieve kennis aankwamen waar de Z.A.R. groot gebrek aan had.
Ook het oude idee van de spoorlijn naar de Portugese kust werd weer van stal gehaald en ook daarin speelden Nederlanders een belangrijke rol. Op overigens erg moeizame wijze kwam de Nederlandsch-Zuid-Afrikaansche Spoorwegmaatschappij (NZASM) tot stand die op even moeizame wijze aan het grote karwei begon. De omstandigheden van de spoorwegwerkers waren weinig verheffend, maar de NZASM was een duidelijke manifestatie van Nederlands belang bij de Zuid-Afrikaanse zaak. Vele Nederlanders die in die dagen naar Afrika vertrokken kwamen bij deze maatschappij in dienst.
In Transvaal was zeker niet iedereen zo blij met de grote invloed uit het verre Nederland, maar president Kruger kon zich geen betere ondersteuning wensen. Met de stok van de treinverbinding achter de deur kon hij de Britten tot betere handelsvoorwaarden en tarieven bewegen.
Inmiddels leek voor de Z.A.R. letterlijk een gouden toekomst weggelegd te zijn door de vondst van grote hoeveelheden van dit metaal aan de Witwatersrand. Het betekende echter ook een grote toestroom van uitlanders die hun geluk kwamen beproeven bij het snel uit de grond opschietende Johannesburg. Het Britse bestuur in Kaapstad onder Cecil Rhodes, die plannen had voor een Brits Rijk van Kaapstad tot Caïro, zag dat alles met lede ogen aan. Zij gebruikten het uitlanderprobleem als een drukkingsmiddel op Kruger, door voor deze grotendeels Engelstalige groep stemrecht op te eisen. Later vond de Jameson's Raid plaats en in 1899 brak de Tweede Vrijheidoorlog uit. Deze werd begonnen door Kruger, toen hij zag dat de Britten almaar meer versterkingen van overzee aantrokken. De oorlog verliep voor de Britten helemaal niet volgens plan, vooral omdat de Boeren het terrein veel beter wisten te gebruiken. Uiteindelijk voerden de Britten een politiek van verschroeide aarde in met een belangrijke nieuwigheid: concentratiekampen en ten slotte werd de Z.A.R. gedwongen de Vrede van Vereeniging te tekenen waarmee de republiek onder Brits bestuur kwam. In 1910 werd de Z.A.R. onder de naam Transvaal een van de vier provincies van de Unie van Zuid-Afrika.
[bewerk] Presidenten
De presidenten van de Zuid-Afrikaansche Republiek waren:
Termijn | President | Noten |
---|---|---|
1857–1863 | Marthinus Wessel Pretorius | 1ste president |
1863–1864 | Willem Cornelis Janse van Rensburg | 2de president |
1864–1871 | Marthinus Wessel Pretorius | 3de president |
1871–1877 | Thomas Francois Burgers | 4de president |
1877–1881 | Engelse overheersing | |
1881–1883 | Pretorius, Kruger en Petrus Jacobus Joubert | Driemanschap |
1883–1902 | Stephanus Johannes Paulus Kruger | 5de president |