Willem VIII van Hessen-Kassel
1682-1760 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Landgraaf van Hessen-Kassel | ||||||
|
||||||
|
Willem VIII (Kassel, 1682-Rinteln, 1760) was een jongere zoon van landgraaf Karel van Hessen-Kassel en Maria Anna van Koerland. Nadat zijn oudere broer Frederik koning van Zweden was geworden in 1720 en zijn vader overleed in 1730, regeerde Willem feitelijk Hessen-Kassel. Na het overlijden van Frederik in 1751 werd Willem ook officieel landgraaf.
Tijdens zijn regeerperiode brak de Zevenjarige oorlog uit. Willem streed aan de zijde van Pruisen en Engeland. Hessen-Kassel werd een belangrijk strijdgebied in deze oorlog en Frankrijk bezette verschillende malen Kassel.
Binnenlands was er de overgang van zijn zoon Frederik naar de rooms-katholieke kerk te melden. Daardoor werden in 1754 diverse beperkingen aan de rooms-katholieke eredienst opgelegd en werd het graafschap Hanau rechtstreeks onder het gezag van de latere Willem IX geplaatst.
Tijdens de regering van Willem werd de eerste steen gelegd van het slot Wilhelmsthal en Willem legde de basis voor de Kasselse schilderijengalerij, waarvoor hij o.m. werken van Rembrandt verwierf.
Willem was in 1717 gehuwd met Dorothea Wilhelmina (1691-1743), dochter van hertog Maurits Willem van Saksen-Zeitz, en werd de vader van:
- Karel (1718-1719)
- Frederik (1720-1785)
- Maria Amalia (1721-1744).