Wenceslaus III (6 oktober 1289 - 4 augustus 1306), uit het geslacht der Přemysliden, was een zoon van koning Wenceslaus II en Gutta van Habsburg. Na het uitsterven van de dynastie der Arpaden in Hongarije werd hij te Székesfehérvár in 1302 tot koning van Hongarije gekroond. Hierdoor kwamen de kronen van Bohemen, Polen en Hongarije in één hand, maar paus Bonifatius VIII verklaarde de opvolging in Polen en Hongarije ongeldig. In 1306 werd Wenceslaus bij de voorbereiding van een veldtocht in Polen vermoord in Olmütz. Wenceslaus was gehuwd met Viola Elisabeth van Opper-Silezië (1290-1317), dochter van Mieszko van Teschen, maar stierf kinderloos.