Wederkerend voornaamwoord
Het wederkerend voornaamwoord (het reflexief pronomen) is het voornaamwoord dat verwijst naar het onderwerp van de zin zelf. Dit kan voorkomen als een handeling slaat op het onderwerp of als het werkwoord zelf wederkerend (een zg. wederkerend werkwoord) is.
- Hij wast zich. (vgl: Hij wast de kat).
- Hij bemoeit zich met de buren. (vgl. de niet-bestaande zin: Hij bemoeit de kat met de buren)
[bewerk] Vormen
- 1e persoon enkelvoud: me (mezelf), mij (mijzelf)
- 2e persoon enkelvoud: je (jezelf), u (uzelf), zich (zichzelf)
- U is de beleefdheidsvorm.
- 3e persoon enkelvoud: zich (zichzelf)
- 1e persoon meervoud: ons (onszelf)
- 2e persoon meervoud: je, (jezelf), u (uzelf), zich (zichzelf)
- 3e persoon meervoud: zich (zichzelf)
De zelf-vorm wordt soms gebruikt bij niet-wederkerende werkwoorden, meestal om wat nadruk te geven.
- Hij wast zich.
- Hij wast zichzelf.
In sommige gevallen is de zelf-vorm echter de enige toegestane:
- Hij sloeg de hand aan zichzelf. (vgl:
Hij sloeg de hand aan zich.)
[bewerk] Met en zonder
Van enkele werkwoorden bestaat zowel vorm met wederkerende voornaamwoord als zonder, zoals:
- bedenken = een idee hebben
- Ik bedenk net dat het goed is om hier iets over te schrijven.
- zich bedenken = terugkomen op een eerder genomen besluit
- Ik bedenk me dat ik dat maar niet moet doen.
Opvallend is het vele gebruik van de wederkerende vorm in de betekenis van een idee krijgen.
- Ik bedenk me net dat het gas nog aanstaat.