Vruchtpluis
Vruchtpluis of pappus komt vooral voor op de vruchtjes van planten die tot de Composietenfamilie behoren, maar het komt ook voor bij andere families, zoals bij de Teunisbloemfamilie. Bij deze vruchten is de kelk uitgegroeid tot een haarkrans. Er zijn soorten (o.a.Paardenbloem) waarbij het steeltje van de haarkrans zich verlengd tijdens het rijp worden van de vrucht. Maar ook komen soorten voor waarbij het vruchtpluis direct op de vrucht is ingeplant (Klein streepzaad, Klit). Het vruchtpluis kan zij-asjes hebben en wordt dan geveerd vruchtpluis genoemd, zoals bij de Speerdistel en de Akkerdistel.
Vrucht van Speerdistel |
Vrucht van Akkerdistel |
Rijp bloemhoofdje van Klein streepzaad |
Vruchtjes van de Paardenbloem |
Opengesprongen doosvrucht van Kantige basterdwederik |
Vruchten van botersla |
Vruchten van de Canadese fijnstraal |
[bewerk] Katoen
Op de zaden van de katoen (Gossypium sp.) zit ook pluis, maar dat is niet afkomstig van de kelk en dus geen vruchtpluis.
De katoenvezel is een eencellig uitgroeisel van de opperhuid (epidermis) van het zaad en is botanisch gezien een eencellige, met cellulose verdikte haar.