Verschiltoon
Elke twee klinkende tonen brengen door het verschijnsel interferentie een verschiltoon en een somtoon voort.
Een verschiltoon bestaat uit het verschil van de frequenties van twee klinkende tonen.
Bijvoorbeeld: het interval A - E (440 en 660 Hz) brengt voort de verschiltoon 220 Hz (lage A) en de somtoon 1100 Hz (hoge Cis). Dit heet de eerste generatie van som- en verschiltonen. Deze genereren onderling een tweede generatie (440+220; 440-220; 440+1100; 440-1100; 660+220; 660-220; 660+1100 en 660-1100) die aanmerkelijk zachter klinkt maar in het algemeen nog wel hoorbaar tot de klank van het interval bijdraagt.
Van dit verschijnsel wordt wel gebruik gemaakt om zeer lage orgeltonen te produceren. Men gebruikt dan twee pijpjes, vlak naast elkaar, die een ultrasone toon geven van een iets verschillende frequentie. Die tonen zijn niet hoorbaar, maar de verschiltoon is dat wel. Normaliter is een zeer grote pijp nodig voor een lage toon.