Tropidolaemus wagleri
Tropidolaemus wagleri | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||
Tropidolaemus wagleri Boie, 1827 |
Tropidolaemus wagleri is een giftige slang uit de onderfamilie van de groefkopadders die van oorsprong voorkomt in Zuidoost-Azië. In de loop der tijd is deze soort taxonomisch een aantal malen opnieuw ingedeeld. Nu wordt zij ingedeeld in het geslacht Tropidolaemus samen met Tropidolaemus huttoni.
Inhoud |
[bewerk] Beschrijving
Bij deze slangensoort is sprake van seksueel dimorfisme. De vrouwtjes worden ongeveer 1 meter lang en de mannetjes worden niet langer dan 75 centimer. Ze hebben een lange driehoekig gevormde kop met een relatief dun lichaam. Ze bevinden zich voornamelijk in bomen en hebben als hulp bij het klimmen een grijpstaart.
T. wagleri komt voor in diverse kleuren en patronen, die ook wel fases genoemd worden. Sommige bronnen classificeren de verschillend gekleurde soorten als verschillende ondersoorten. Kleurenvariaties die voorkomen zijn bijvoorbeeld zwart of bruin als basis, met orange en gele ringen, terwijl ook lichtgroene soorten met gele of oranje ringen voorkomen.
[bewerk] Gedrag
De soort is een over het algemeen makkelijk handelbare slang die gedurende lange perioden doodstil op een voorbijkomende prooi kan wachten. Als een prooi voorbijkomt of als de slang gestoord wordt is zij in staat tot snelle uitvallen. Het gif van de soort zorgt voor sterke bloedstolling en kan ook voor mensen schadelijk zijn. Hun dieet bestaat voornamelijk uit knaagdieren, vogels en hagedissen.
[bewerk] Verspreidingsgebied
T. wagleri komt voor in de Zuidoost-Aziatische landen Indonesië, Brunei, Maleisië, de Filipijnen, Singapore en Thailand.
[bewerk] Ondersoorten
Er is geen consensus over de ondersoorten van T. wagleri, maar er zijn drie algemeen aanvaarde ondersoorten:
[bewerk] Referenties
- EMBL database