Tara Singh Varma
Tarapatie (Tara) Oedayraj Singh Varma (29 augustus 1948) is een voormalig Nederlands politicus, die vooral bekend is van de "Affaire Singh Varma".
[bewerk] Politieke carrière
Tara Singh Varma werd geboren in Springland, Brits-Guyana. In Suriname volgde ze enkele vervolgopleidingen, zonder deze af te maken. Eenmaal in Nederland werd ze politiek actief, aanvankelijk voor de CPN. Namens deze partij was ze tussen 1982 en 1986 gemeenteraadslid (gedeeld) in de gemeente Amsterdam. Vanaf 1986 was ze gemeenteraadslid van de gemeente Amsterdam voor Links Akkoord tot 1994.
In 1994 werd Tara Singh Varma lid van de Tweede Kamer namens GroenLinks. Hiermee was ze de eerste allochtone vrouw die in de Nederlandse Tweede Kamer werd gekozen. Ook als Kamerlid zette Singh Varma zich vooral in voor de positie van vrouwen uit minderheidsgroepen. Dit deed ze vooral door buitenparlementair werk, zoals bestuursfuncties in stichtingen en belangenorgansaties. In de Tweede Kamer viel ze nauwelijks op en zelfs haar eigen partij verklaarde dat ze "niet uitblonk in parlementair werk". Voor de verkiezingen van 1998 werd ze door GroenLinks op een moeilijk verkiesbare negende plaats gezet, maar dankzij ruim 13.000 voorkeurstemmen werd ze herkozen als Kamerlid.
Door haar werk voor allochtone vrouwen en haar positie als allochtoon Kamerlid werd Tara Singh Varma volgens eigen zeggen regelmatig door rechts extremisten bedreigd. Op 21 mei 1996 zou ze, volgens haar eigen zeggen, voor haar woning in Amsterdam gemolesteerd zijn.
In 1998 werd ze namens GroenLinks lid van de parlementaire enquêtecommissie die onderzoek deed naar de vliegramp in de Bijlmermeer. Hiermee kreeg ze landelijke bekendheid.
[bewerk] Affaires
In 1994 kwam Tara Singh Varma in opspraak door enkele financiële affaires rond inzamelingsacties. Een commissie onder leiding van oud-minister De Graaff-Nauta stelde vast dat er niet bewezen kon worden dat ze geld verduisterd had. Wel vond de commissie dat Singh Varma nalatig was opgetreden in haar functie als penningmeester van de Grenada-stichting.
Vanaf 2000 was Tara Singh Varma vanwege haar verzonnen ziekte steeds minder in staat om haar werkzaamheden als Kamerlid te vervullen. Een enkele maal verscheen ze in een rolstoel in de Tweede Kamer. In oktober 2000 maakte Tara Singh Varma bekend aan een ongeneeselijke vorm van kanker te lijden en kondigde ze per brief haar afscheid in de Tweede Kamer om zich voor te bereiden op het einde.
In juni 2001 ontdekte het TROS-programma Opgelicht dat Tara Singh Varma helemaal niet dodelijk ziek was. Daarnaast werd ze in dit programma beschuldigd van oplichting. Een vertegenwoordiger van een door Singh Varma gesteunde Indiase organisatie, the Ninash Foundation, verklaarde dat Singh Varma gedane financiële toezeggingen niet was nagekomen. Singh Varma had 250.000 dollar per jaar beloofd aan de stichting maar dat geld werd nooit betaald. De stichting kwam hierdoor in grote problemen.
Aanvankelijk weersprak Tara Singh Varma beide beschuldigingen, en klaagde ze de redactie van TROS Opgelicht aan. Maar in augustus 2001 gaf ze toe dat haar gezondheidsklachten mede veroorzaakt werden door een post-traumatische depressie als gevolg van de door haar verzonnen bedreigingen vanuit extreem-rechts en haar enorme betrokkenheid bij de slachtoffers van de Bijlmerramp. In 2002 bood Tara Singh Varma in het openbaar haar verontschuldigingen aan. Ze ontkende opzettelijk te hebben gelogen over haar ziekte, maar verklaarde in een waanwereld te hebben geleefd waardoor ze dacht terminaal ziek te zijn. In de medische wereld heet deze aandoening pseudologia fantastica.
De filmmaakster Jet Homoet maakte in deze periode een documentaire over het leven van Tara Singh Varma, getiteld Tara.
Bron(nen): |
De informatie op deze pagina, of een eerdere versie daarvan, is geheel of gedeeltelijk afkomstig van www.parlement.com. Overname is toegestaan met bronvermelding. |