Symmetrische cryptografie
Bij symmetrische cryptografie wordt dezelfde sleutel gebruikt voor zowel het vercijferen van informatie als voor het ontcijferen. Voorbeelden van symmetrische systemen zijn bijvoorbeeld de klassieke handcijfers en de modernere computeralgoritmes DES, IDEA en RC4.
Symmetrische cryptografie is minder rekenintensief en sneller dan asymmetrische cryptografie waardoor het de voorkeur heeft voor grote bestanden of hoge datasnelheden.
[bewerk] Symmetrische cryptografie in groepen
Symmetrische systemen zijn minder geschikt voor groepen: zodra er drie partijen in het geding zijn, kan men niet meer vaststellen wie de verzender geweest is van het bericht: beide andere partijen hebben immers de verzendsleutel (die identiek is). Voor dergelijke authenticatie gebruikt men vaak asymmetrische cryptografie.
Een bijkomend nadeel is de hoeveelheid benodigde sleutels. Als bijvoorbeeld elk individu van een groep van 10 verschillende personen met ieder ander lid van de groep wil communiceren met behulp van een sleutel-combinatie, dan zijn er maar liefst 45 sleutels nodig. De formule voor het aantal vereiste sleutels (y):
- y = n(n-1) / 2.
Hierbij is n het aantal personen.
[bewerk] Voorbeelden
Voorbeelden van symmetrische algoritmes zijn: