Staatsmijn Emma
Staatsmijn Emma | |
Locatie | Treebeek, Hoensbroek |
In bedrijf | 1911 - 1973 |
Totale productie | 109.032.000 ton |
Aantal schachten | 4 |
Diepste schacht | 980 m |
Primair kooltype | vetkool |
De Staatsmijn Emma was een Nederlandse steenkolenmijn die van 1911 tot 1973 gevestigd was tussen Treebeek (thans gemeente Brunssum) en Hoensbroek (thans gemeente Heerlen). Het was de op een na grootste steenkolenmijn van Nederland en bereikte met meer dan 109 miljoen ton steenkool de hoogste totale nettoproductie van alle mijnen in Nederland.
[bewerk] Geschiedenis
De mijn bezat aanvankelijk twee schachten die voorzien waren van traditionele stalen schachtbokken, open staalconstructies voorzien van een koepesysteem bestaande uit grote wielen om de schachtkabels naar de nabijgelegen ophaalmachines te leiden.
In 1939 vond de eerste uitgebreiding plaats met de aanleg van schacht 3 die voorzien was van een betonnen schachtbok met een geïntegreerde ophaalmachine recht boven de schacht. Dit was een bijzonderheid daar deze schacht als enige in Nederland was uitgerust met een skip, een grote laadbak die in staat was 25 ton steenkool in eens naar de losvloer op te halen. Skiptransport van steenkool is efficiënter dan transport met behulp van mijnwagens in de liftkooi van een normale schacht, daar de mijnwagens een aanzienlijke dode last vormen; men kan echter geen personen vervoeren in een skip.
Ten slotte werd in 1947 te Schinnen gestart met de aanleg van schacht 4, ook voorzien van betonnen schachtbok en geïntegreerde ophaalmachine maar met traditionele liftkooien, die na veel vertraging in 1956 opgeleverd werd. De schacht was aanvankelijk bedoeld voor het omlaagtransporteren van wasberger, afvalsteen die gebruikt werd om gemijnde pijlers op te vullen en zo instorting te voorkomen, maar werd later ook voor personentransport gebruikt.
De mijn was vanaf 1947 door middel van een 13 km lange tunnel verbonden met de Staatsmijn Maurits te Geleen (thans gemeente Sittard-Geleen) en werd in 1963 geïntegreerd met de Staatsmijn Hendrik te Brunssum, waarna de mijn tot haar sluiting Emma-Hendrik genoemd werd.
Veel mensen uit Hoensbroek en omgeving werkten in deze mijn (ca. 10.000 mensen waarvan ca. 6000 ondergronds) tot ze in 1973 gesloten werd. Na de sluiting van de mijnen heerste er grote werkloosheid in deze regio.
Op 28 oktober 1983 werd de imposante schachttoren van schacht 3 van de Emma, met zijn 63 meter hoogte destijds een blikvanger in deze regio, na 10 jaar gecondonneerd geweest te zijn in afwachting van een eventuele heropening van de ondergrondse werken (daar het gehele concessiegebied Emma-noordveld als strategische reserve nooit ontgonnen is), alsnog gesloopt. Door een technische fout viel de schachttoren verkeerd en werden grote betonnen brokstukken meer dan 250 meter in de omgeving rondgeslingerd, waarbij vele gebouwen beschadigd werden waaronder woonhuizen en het gebouw van de voormalige mijnpolitie, dat dusdanige schade opliep dat het moest worden gesloopt. Drie politieagenten raakten gewond, verschillende buurtbewoners verkeerden in shocktoestand en de regionale krant van zaterdag 29 oktober 1983 kopte: "Wonder dat er geen doden zijn gevallen".
[bewerk] Tegenwoordig
Het Emmaterrein, inmiddels gemeente Brunssum werd gedurende lange tijd gesaneerd in verband met vervuiling door onder meer polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAKs). Hierbij speelde de discussie wie verantwoordelijk was voor de vervuiling: DSM (als de opvolger van de staatsmijnen) of de overheid (omdat milieuregelgeving nieuw was).
Op het grote terrein van deze voormalige mijn is tegenwoordig een woonwijk, een park en een industrieterrein gevestigd. Ook ligt er een weg die Brunssum met Hoensbroek verbindt. De plek van schacht 3 van de mijn is gelegen onder het pleintje aan de voorzijde van verzorgingshuis EmmaStaete. Onder het pleintje ligt de deksel van de vulopening van de schacht.
[bewerk] Trivia
Hoewel als vestigingsplaats van Staatsmijn Emma werd aangeduid als Treebeek of Hoensbroek, heeft de mijn gedurende de gehele periode van haar bestaan gelegen op grondgebied van de gemeente Heerlen, waardoor het aantal mijnen in deze gemeente uitkwam op vier.