Signatuurleer
De signatuurleer stamt uit de geneeskunst in de oudheid en werd waarschijnlijk voor het eerst toegepast in China. Ze gaat ervan uit dat de natuur door God is geschapen en daardoor een logisch geheel is. De natuur geeft zelf aanwijzingen hoe planten en dergelijke gebruikt kunnen worden. Bij de signatuurleer worden er overeenkomsten gezien tussen de vormen van de delen van een plant met delen van het menselijk lichaam.
Voor het eerst in Europa beschreven door Paracelsus, die leefde van 1493 tot 1541.
De arts en alchemist Della Porta, die leefde van 1538 tot 1615, beschrijft in zijn boek Phytognomonica aan de hand van signaturen een systeem van overeenkomsten tussen planten, dieren en sterrenbeelden.
In de huidige biologie speelt de signaturenleer geen enkele rol meer. Alleen bij alternatieve geneeswijzen, die tegenwoordig ook de inhoudsstoffen van de plant meenemen, zijn er aanhangers te vinden.
[bewerk] Signaturen
Bloemkleur
- Geel: voor lever en spijsvertering
- Rood: voor bloed en hart
- Blauw: geeft verkoeling en werkt op de luchtwegen
- Paars: werkt stimulerend én kalmerend op het zenuwstelsel
- Groen: klamerend op inwendige organen
- Wit: verzachtend en harmoniserend
Bloeiwijze
- naar boven gericht: stimulerend voor de levenskracht
- naar beneden gericht: harmoniserend op de bovenpool
- horizontaal gericht: werken op de bloed en zuurstofcirculatie
Blad
- Kleine, fijngevormde blaadjes: werken ontkrampend
- Grote bladeren: werken samentrekkend
- Bladvorm: niervormig voor de nier; hartvormig voor het hart enz.
- Beharing: werkzaam op huid, haren en slijmvliezen
Doornen
- weerstand verhogend, prikkelend en koortsopwekkend
Stengel
- Rond: werking verzachtend en harmoniserend
- Hoekig en vierkantig: werking op weerstand en stevigheid
- Hol: voor slokdarm en luchtpijp
Vrucht
- Vorm van hersenen (walnoot): voor hersenen