Seneca de Oudere
Marcus of Lucius Annaeus Seneca (° Corduba, 54 v. Chr. - † ca. 39 na Chr.), bijgenaamd de Rhetor, was een Romeins ridder en schrijver.
Hij is ook bekend onder de namen Seneca de Oudere, Seneca Maior of Seneca Pater. Als auteur van werken over retoriek, kreeg hij ook de bijnaam Rhetor, al is dit onterecht (cf. infra).
[bewerk] Biografie
Hij werd geboren rond 55 v. Chr. te Cordoba (Spanje) uit een Spaans-Romeins riddergeslacht, en was de eerste vertegenwoordiger van een familie van intellectuelen. Wellicht kwam hij reeds als jongeman naar Rome, waar hij een groot gedeelte van zijn leven doorbracht. Hij werd er enthousiast maar kritisch toehoorder van de meest beroemde retoren. In ieder geval was hij zeer goed op de hoogte van de werking der verschillende retorenscholen. Als lid van de equites nam hij ook als dusdanig deel aan het politieke leven. Marcus Tullius Cicero was voor hem het grote ideaal.
Hij was getrouwd met een landgenote, Helvia, die hem drie zonen schonk: de oudste, Gallio, werd proconsul van Achaea (waar hij rond 52 de apostel Paulus ontmoette), de tweede was de filosoof Lucius Annaeus Seneca, en de derde, Annaeus Mela, was de vader van de dichter Lucanus.
Seneca de Oudere overleed tussen 37 en 41 na Chr.
[bewerk] Werk
Behalve een verloren gegaan geschiedwerk schreef hij onder de omslachtige titel "Oratorum et rhetorum sententiae, divisiones, colores" (ook kortweg "Declamationes" genoemd), ten behoeve van zijn zonen, een werk over de wijze waarop een aantal befaamde retoren uit zijn tijd fictieve thema’s behandelden in de Romeinse declamatorenscholen. Sinds het uitschakelen van de Republikeinse staatsvorm in de tijd van Augustus was de politieke welsprekendheid namelijk grotendeels van het Forum verdwenen, en de redenaars hadden een nieuw soort retoriek ontwikkeld als "art pour l’art", die zich verloor in irreële, steriele en vergezochte onderwerpen.
Seneca was, als kritisch toehoorder, zeer goed op de hoogte van het retorische en declamatorische bedrijf te Rome. Hij beschikte over een formidabel geheugen: jaren nadat hij een retor aan het woord had gehoord, kende hij nog belangrijke delen van diens toespraak uit het hoofd. Deze gave stelde hem in staat om op latere leeftijd, puttend uit zijn rijke herinneringen, een overzicht samen te stellen van de verschillende retoren, hun scholen en de thema’s die men er behandelde.
Het werk bestaat uit elf boeken, waarvan er tien een overzicht geven van de "Controversiae" (dit zijn fictieve pleidooien voor de rechtbank over allerlei rechtskwesties, door verschillende sprekers met voor- en tegenargumenten uiteengezet, gevolgd door een indeling van de rechtsvragen en een uiteenzetting van de retorische kunst om een zaak positief of negatief te belichten.), en één gewijd is aan de "Suasoriae" (dit zijn fictieve redevoeringen die bekende historische persoonlijkheden in de mond worden gelegd, om zich te beraden over moeilijke beslissingen in belangrijke conflictsituaties).
Aan de hand van voorbeelden en citaten uit de schatkamer van zijn eigen geheugen geeft Seneca de stijlopvattingen van de afzonderlijke retoren weer, en hij voegde er ook eigen op- en aanmerkingen aan toe, in het bijzonder in de voorwoorden op de respectieve boekdelen. Seneca’s eigen voorkeur ging uit naar de Ciceroniaanse traditie, en hij vergelijk de leerlingen van de eigentijdse retorenscholen met mensen die in het duister waren opgevoed en door de felle zon verbind raakten als ze met de praktijk te maken kregen.
Het werk is voor onze kennis van de ontwikkeling van de retoriek zeer belangrijk: door voorbeelden van het werk van de beste redenaars van zijn tijd te verzamelen, heeft Seneca ons een goede indruk nagelaten van de Romeinse declamatiekunst, die op de Latijnse literatuur van de keizertijd sinds Ovidius grote invloed heeft uitgeoefend.