Senatus consultum de re publica defendenda
Het Senatus consultum de re publica defendenda (Nederlands: Senaatsbesluit over het verdedigen van de republiek), ook wel het senatus consultum ultimum (Nederlands: Uiterste Senaatsbesluit) genoemd, was een noodverordening die vooral in de latere periode van de Romeinse republiek door de Senaat in werking gesteld werd
De formulering van dit besluit luidde vaak: Consules videant ne quid detrimenti capiat res publica, oftewel Laten de consuls erop toezien dat de republiek geen schade lijdt. Na de Tweede Punische oorlog werd het besluit ingevoerd als alternatief voor het benoemen van een dictator. Het senatus consultum ultimum gaf de consuls minder directe macht dan het verlenen van het dictatorschap. Hierom was de Senaat eerder genegen het senatus consultum ultimum uit te spreken dan een dictator te benoemen.
Het besluit werd meerdere malen genomen, als eerste tijdens de greep naar de macht van Gaius Sempronius Gracchus in 121 v. Chr.. Ook tijdens de mars van Marcus Aemilius Lepidus III op Rome in 77 v. Chr., tijdens de samenzwering van Catilina in 63 v. Chr. en als laatste na Caesar's oversteek van de Rubicon in 49 v. Chr. werd het senatus consultimum ultimum in werking gesteld.