Sebald Justinus Brugmans
Sebald Justinus Brugmans (Franeker, 24 maart 1763 - Leiden, 22 juli 1819) was een Nederlandse arts, botanicus en hoogleraar in meerdere natuurwetenschappen.
Toen hij vijftien jaar oud was, werd hij al student aan de Rijksuniversiteit Groningen. Nadat hij drie jaar had gestudeerd, promoveerde hij al tot doctor in de wijsbegeerte en werd hij meester in de kunsten. Hij was van 1785-1786 hoogleraar aan de Universiteit van Franeker. Van 1787-1813 en van 1815-1819 was hij hoogleraar aan de Universiteit Leiden in vier disciplines: botanie, chemie, geneeskunde en natuurhistorie.
Hij had gedurende zijn leven nog meer functies, waaronder Rector magnificus van de Universiteit Leiden, directeur van de Hortus Botanicus Leiden (1786-1819, opvolger van David van Royen), lijfarts van koning Lodewijk Napoleon Bonaparte, lid van 23 genootschappen en voorzitter van de kunstacademie Leiden. Ook was hij één van de samenstellers van de Pharmacopoea Batava, het eerste Nederlandse receptenboek voor apothekers en was hij adviseur van de overheid met betrekking tot veearstenijkundig onderwijs en onderzoek.
Hij was ook een verwoed verzamelaar van natuurlijke preparaten als mensenharten, soldatenschedels met verwondingen (deze werden hem toegezonden door artsen die door hem waren opgeleid en in het leger van Napoleon Bonaparte dienden en werden door hemzelf verzameld na afloop van de Slag bij Waterloo in 1815), hoornen, huiden, beenderen, dierlijke skeletten en anatomische malformaties als congenitale afwijkingen, die heden ten dage nog steeds zijn te bezichtigen in Museum Boerhaave.
Onder zijn leiding groeide de Hortus Botanicus Leiden uit tot zijn huidige oppervlakte van 2,5 hectare. Tijdens de Franse bezetting van Nederland reisde hij naar Frankrijk om daar te overleggen met de machthebbers over hun plannen met de Universiteit Leiden. Waarschijnlijk leidden zijn inspanningen er toe dat de Universiteit Leiden niet werd gesloten zoals per decreet van Napoleon Bonaparte op 22 oktober 1811 wel gebeurde met de Universiteit van Franeker en de Universiteit van Harderwijk. Napoleon Bonaparte noemde hem een "professor in alles".
Vanaf 1795 was hij directeur van het 'Geneeskundig Bureau der Bataafsche Republiek' en organiseerde hij alle faciliteiten in het Leids militair hospitaal. Tussen 1811 en 1813 was hij Generaal-Inspecteur van de Franse Keizerlijke Gezondheidsdienst warbij hij zich inzette voor de medische faciliteiten en de verbetering van de levensomstandigheden van de militairen. Door zijn aanpak wist hij epidemische ziekten en infectieuze vormen van gangreen te bestrijden. Hij was overtuigd van het infectieuze karakter van gangreen en streed voor hygiënische omstandigheden, waarmee hij als voorloper van Ignaz Semmelweis kan worden gezien. Dankzij zijn inspanningen en organisatievermogen konden na de Slag bij Waterloo op 18 juni 1815 meer dan 27.000 gewonden snel van het slagveld worden geëvacueerd. Hiermee werd zijn roem definitief gevestigd
Voor botanische namen die hij heeft gepubliceerd, wordt de standaardafkorting Brugmans gebruikt. Het plantengeslacht Brugmansia is door Christiaan Hendrik Persoon naar hem vernoemd.
[bewerk] Externe links en referenties
- De Leidse Hortus, een botanische erfenis, W.K.H. Karstens & H. Kleibrink, Waanders, 1982, ISBN 9070072920
- De plantentuinen van Nederland en Vlaanderen, Gerrit de Graaff, Boom, 1995, ISBN 9053521186
- Sebald Justinus Brugmans’ strijd tegen de hospitaalversterving, Teun van Heiningen, in Gewina: 2003;26(4):216-33.
- In memoriam
- Tentoonstelling: Het vergeten Fenomeen: Sebald J. Brugmans (1763 - 1819)