Ruig schapengras
Ruig schapengras | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
Soort | ||||||||||||
Festuca ovina subsp. hirtula | ||||||||||||
Ruig schapengras (Festuca ovina subsp. hirtula) is een vaste polvormende plant, die een ondersoort is van genaald schapengras en behoort tot de Grassenfamilie. Genaald schapengras staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als zeer zeldzaam en zeer sterk afgenomen.
De plant wordt 15 tot 70 cm hoog. Groene en blauwkleurige planten komen naast elkaar voor. Het samengevouwen blad heeft alleen een middenrib, is afgeplat rond en 0,4 tot 0,6 mm breed. Het tongetje is 0,2 mm breed. In het blad zitten 5 tot 7 vaatbundels.
Ruig schapengras bloeit in mei en juni met pluimen. De aartjes zijn 5,3 tot 6 mm lang. De aartjes zijn meestal vierbloemig. Het 3,3 tot 3,8 mm grote onderste kroonkafje (lemma) is meestal behaard en heeft een kafnaald, die 0,2 tot 0,8 mm lang is.
De vrucht is en graanvrucht.
De plant komt voor op zandgrond in stuifwal en stuwwalgebieden.
[bewerk] Waardplant
Ruig schapengras is een waardplant voor de vlinders kommavlinder, argusvlinder, rotsvlinder, hooibeestje, tweekleurig hooibeestje, bruin zandoogje, voorjaarserebia, boserebia, heivlinder, witbandzandoog, heremiet, geel grasbeertje en grasbeertje.