Ronde zonnedauw
Ronde zonnedauw | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
Soort | ||||||||||||
Drosera rotundifolia | ||||||||||||
De ronde zonnedauw (Drosera rotundifolia) is een vleesetende plant uit de Zonnedauwfamilie (Droseraceae).
De plant staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als algemeen voorkomend, maar zeer sterk afnemend en wordt daarom wettelijk beschermd.
[bewerk] Vleesetende plant
De plant vangt kleine insecten (voornamelijk vliegen) en spinnen. Het doet dit door middel van bladeren die voorzien zijn van klierharen waarop aan het uiteinde een druppeltje kleverige afscheiding zit (de 'dauw'). Als een vliegje op het blad landt kleeft het vast, het blaadje rolt zich vervolgens langzaam op om de prooi te verteren.
[bewerk] Voorkomen
Zoals veel vleesetende planten komt zonnedauw voor in moerasgebieden op zeer natte plaatsen op uitgespoelde stikstofarme grond, meestal op of vlak naast veenmos. De plantjes zijn maar enkele centimeters groot en worden gemakkelijk over het hoofd gezien.
Door het verdwijnen van zijn biotoop is zonnedauw in Nederland zeldzaam. Er bestaan nog enkele soorten zonnedauw, waarvan er twee ook in Nederland voorkomen, nl. de kleine zonnedauw (Drosera intermedia) en de lange zonnedauw (Drosera anglica syn. Drosera longifolia). De laatste is in Nederland nog veel zeldzamer, omdat hij vooral gedijt in venen met opstijgend mineraalrijk water.
[bewerk] Gebruik
De plant werd in de kruidengeneeskunde gebruikt bij problemen aan de ademhalingswegen. Ook zou hij verzachtend werken bij spierkramp en urine-afdrijvend zijn. In de reguliere geneeskunde wordt van de plant geen gebruik gemaakt. Er zijn geen onderzoeken bekend die deze geclaimde werkingen ondersteunen. Daarentegen is er wel enig bewijs (in vitro) voor een anti-inflammatoir (ontstekingremmend) effect en een antispasmodisch effect (op krampen van gladde spieren)[1]. De zeldzaamheid van de plant in Nederland maakt praktische toepassing hiervan echter onmogelijk. Per behandeling zou een vindplaats moeten worden uitgeroeid. De grondlegger van de homeopathie, Samuel Hahnemann, beschreef Drosera rotundifolia in De Materia Medica Pura.
Referenties: |
|
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Drosera rotundifolia op Wikimedia Commons. |