Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (of RIVM) is een Nederlands instituut dat in opdracht van de overheid onderzoek doet op het gebied van volksgezondheid, milieu en natuur. Het is een zelfstandig onderdeel van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
De opdrachtgevers van het RIVM zijn de volgende ministeries:
- Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
- Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)
- Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)
Ook enkele inspecties en andere overheidsdiensten kunnen opdrachten verstrekken.
Het instituut is volgens de Wet op het RIVM onafhankelijk: de directeur wordt benoemd door de minister van VWS (art. 2) en voor het onderzoeksprogramma moet overleg gepleegd worden met en goedkeuring verkregen worden van de drie ministers (art. 4), maar de minister van VWS mag niet vertellen hoe dat onderzoeksprogramma moet worden uitgevoerd (art. 5).
[bewerk] Historie
Het RIVM heeft een geschiedenis die teruggaat tot 1909. Het is in Utrecht begonnen als klein Centraal Laboratorium voor de inspecteurs van de volksgezondheid. De omstandigheden daar waren moeilijk. De medewerkers moesten hun werk doen met veel te weinig mensen in een te kleine ruimte, terwijl het werkaanbod snel toenam: de Spaanse griep, levensmiddelenonderzoek, difterie, tuberculose, tyfus en syfilis, maar ook watervervuiling speelde al een rol.
In 1934 werd het Centraal Laboratorium samengevoegd met het Rijks-Serologisch Instituut en ontstond het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid.
In de eerste helft van de jaren ’50 vond een indrukwekkende uitbreiding van werkzaamheden plaats. Van een betrekkelijk klein onderzoeksinstituut met een overzichtelijk aantal bezigheden en beperkte faciliteiten, werd het RIV een instelling die vrijwel geen beperkingen in zijn mogelijkheden kende.
In 1953 verhuisde het RIV naar zijn huidige locatie in Bilthoven. Deze was geschikt om voldoende ruimte aan het personeel, het werk én de proefdieren te bieden. Het werd groot opgezet zodat Nederland voor vaccins niet langer afhankelijk zou zijn van import en om eventueel, bij een oorlog met het Oostblok, voldoende sera en vaccins te kunnen fabriceren voor het militaire apparaat van de NAVO. In 1965 werkten er duizend mensen.
In de jaren ’50 en ’60 werden grote successen geboekt in de ontwikkeling en productie van vaccins en de bestrijding van besmettelijke ziekten. De innovaties van de RIVM-onderzoekers leidden tot voortdurende verbeteringen in het Rijksvaccinatieprogramma waardoor besmettelijke ziekten in Nederland onder controle zijn gekomen.
Vanaf de jaren ’60 kreeg milieu-onderzoek een steeds belangrijker positie. In 1984 was er opnieuw een fusie. Door samenvoeging van het RIV, het Rijksinstituut voor Drinkwater-voorziening en de Stichting Verwijdering Afvalstoffen ontstond het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.
In 1988 verscheen het eerste integrale milieurapport Zorgen voor Morgen. In 1993 werd de eerste Volksgezondheid Toekomstverkenning (VTV) uitgebracht.
Op 1 januari 2004 zijn de vaccinactiviteiten van het RIVM afgezonderd en ondergebracht in het zelfstandige Nederlands Vaccin Instituut. Op diezelfde dag werd het RIVM een agentschap waardoor het een zelfstandiger positie heeft binnen de rijksoverheid en in zijn bedrijfsvoering een baten-lastenstelsel hanteert.
[bewerk] Positie
Het RIVM neemt in Europa en in de wereld een sterke positie in. Grote vaccinatieprojecten zijn opgezet met China en Indonesië. Sinds 1994 heeft bijvoorbeeld het Laboratorium voor Analytisch Residu-onderzoek (ARO) een maatstafgevende functie voor het bepalen van oneigenlijke stoffen in voedingsmiddelen. ‘Bilthoven’ is ook trekker van het expertise-centrum voor lucht en klimaatverandering van het Europees Milieu-agentschap (EEA).