Ridderzuring
Ridderzuring | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
Soort | ||||||||||||
Rumex obtusifolius | ||||||||||||
Ridderzuring (Rumex obtusifolius) is een vaste plant uit de Duizendknoopfamilie (Polygonaceae), die voorkomt in Europa. De plant is eenhuizig. Plaatselijk een zeer lastig onkruid dat chemisch kan worden bestreden of anders geheel uitgegraven moet worden.
Er zijn gelijkende soorten zuring die enkel aan de vruchten onderscheiden kunnen worden van de ridderzuring.
De volgende ondersoorten worden onderscheiden:
- Rumex obtusifolius subsp.obtusifolius
- Rumex obtusifolius subsp. transiens
De plant wordt 80 tot 150 cm hoog. De onderste bladeren zijn groot en breed, zijn eivormig en hebben een hartvormige voet. Hogere bladeren zijn smaller.
De ridderzuring heeft kleine, tweeslachtige groene bloemen. De vruchtdragene bloemdekken zijn langer dan 3,5 mm. De binnenste bloemdekbladen (vruchtkleppen) zijn bij Rumex obtusifolius subsp.obtusifolius eirond tot langwerpig met aan weerszijden verscheidene lange tanden en met meestal 1 knobbel (zeer zelden 3 knobbels) op het bloemdek. De binnenste bloemdekbladen (vruchtkleppen) zijn bij Rumex obtusifolius subsp. transiens langwerpig of nog smaller met steeds 3 knobbels op het bloemdek en hebben aan weerszijden weinig korte tanden of zijn soms ongetand.
Er is sprake van een losse, vertakte pluim. De bloeiperiode loopt van juni tot oktober.
De vruchten zijn 5 tot 6 mm groot, hebben groene getande vleugels afgewisseld door 1 (Rumex obtusifolius subsp.obtusifolius) of 3 (Rumex obtusifolius subsp. transiens) ongelijk rode knobbels.
Ridderzuring komt voor op vochtige, zeer voedselrijke grond langs wegen, tussen puin en in grasland. Groeit ook op beschaduwde plaatsen.
Ridderzuring kan aangetast worden door verschillende bladvlekkenziekten, waar onder Ramularia rubella, die ook suikerbieten kan aantasten.