Rangen en standen in het Nederlandse leger
Rangen en standen in het Nederlandse leger (Koninklijke Landmacht).
manschappen
- soldaat (benamingen per onderdeel: (gele)rijder,huzaar, grenadier, kanonnier, fuselier, jager, commando)
- soldaat 2e klasse
- soldaat 1e klasse
korporaals
- korporaal
- korporaal 1e klasse
onderofficieren
- sergeant / wachtmeester (wachtmeester bij de cavalerie en artillerie)
- sergeant der 1e klasse /wachtmeester der 1e klasse
- sergeant-majoor / opperwachtmeester
- adjudant
officieren
- vaandrig - kornet ("Kornet" bij de cavalerie en artillerie)
- tweede luitenant
- eerste luitenant
- kapitein (ritmeester bij de cavalerie)
hoofdofficieren
- majoor
- luitenant-kolonel
- kolonel
opperofficieren
- brigadegeneraal
- generaal-majoor
- luitenant-generaal
- generaal
In het leger bestaat een kastensysteem: wie als onderofficier begint zal in principe nooit hoger dan tot adjudant worden gepromoveerd (maar zie officier van speciale diensten). Wie als officier begint, stroomt als vaandrig in en stijgt tot luitenant-kolonel, of, afhankelijk van carrièresuccessen, beschikbare plaats, uitval b.v. door gevechtshandelingen, etc. tot een hogere eindrang. De rang van (Vol)generaal (de hoogste rang) komt in in het Nederlandse leger alleen voor indien de functie van Commandant der Strijdkrachten (CDS) wordt vervuld.