Pieter Florisse
Pieter Florisse Blom (1602 of 1606 - 8 november 1658) was een Nederlands admiraal uit de 17e eeuw. Zijn naam wordt ook gegeven als Florissen, Floriszoon of Florisz. In de geschiedenisboeken wordt "Blom" of Bloem meestal weggelaten.
De geboortedatum van Pieter Florisse is onzeker. Traditioneel wordt meestal 1606 genoemd, een jaartal dat op een postuum portret uit 1662 staat. Het is echter waarschijnlijker dat hij de man is die in 1602 geboren werd als zoon van Floris Hendrickszoon Blom. Hij huwde Lidewij Teding van Berkhout, afkomstig uit het bekende regentengeslacht, en was daarmee aangetrouwde familie van Maarten Tromp via diens derde vrouw.
Van Florisses vroegste carrière is weinig bekend. Hij was vermoedelijk een Westfries kapitein op de koopvaardij. In 1641 wordt hij, wonend in Monnickendam, aangesteld als kapitein bij de expeditievloot van admiraal Gijsels die de Portugezen moet bijstaan in hun opstand tegen Spanje. In diezelfde vloot is Michiel Adriaanszoon de Ruyter tijdelijk schout-bij-nacht. Het schip van Florisse wordt in een treffen met de Spaanse vloot uit Cádiz reddeloos geschoten.
In 1644 wordt Florisse buitengewoon kapitein bij de Admiraliteit van het Noorderkwartier; eigenlijk is hij dan niet meer dan een soort oproepkracht, die ingeschakeld wordt als men de normale vloot voor een bepaald doel uitbreidt. In 1652 breekt echter de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog uit en eenklaps zijn er carrièremogelijkheden te over. Dit jaar wordt hij benoemd tot gewoon kapitein en vrijwel onmiddellijk ingezet als waarnemend schout-bij-nacht en smaldeelcommandant. In de Slag bij de Singels fungeert hij als zodanig als eskadercommandant. Hij is in 1653 als waarnemend vice-admiraal eskadercommandant in de Driedaagse Zeeslag op de Wapen van Monnickendam, het schip waarvan hij al sinds 1651 kapitein was; de masten worden van zijn schip geschoten en hij laat zich, eerst een stuk achtervolgd door de Engelse vloot, naar de rede van Texel slepen. Voor de betoonde moed — op de eerste dag schoof hij zijn schip bij de aanval aan het begin van de slag tussen die van admiraals William Penn en Robert Blake in om ze te enteren — wordt hij beloond met een gouden ereketen door de Staten-Generaal. Hij blijft eskadercommandant op de Monnickendam tijdens de Zeeslag bij Nieuwpoort en de Slag bij Ter Heijde. In november 1653 wordt hij aangesteld als vice-admiraal van het Noorderkwartier, toen aldaar de hoogste rang. Hij verhuisde toen naar Hoorn.
Op 8 november 1658 sneuvelde hij als commandant van de achterhoede op de Jozua in de Slag in de Sont tegen de Zweden, tijdens het ontzet van Kopenhagen. Zijn lijk werd gebalsemd en door de Denen met grote eer opgebaard. Op 8 november 1659 volgde een staatsbegrafenis in de Grote Kerk te Hoorn, waar later een marmeren praalgraf werd opgericht, een werk van Pieter van Campfort, dat grotendeels verloren zou gaan bij een brand in 1838. Florisse werd opgevolgd door Jan Meppel; zijn weduwe kreeg een eenmalige uitkering van 3000 guldens.