Penning (schaken)
|
Een penning is een schaakterm. Een stuk staat gepend als:
- dit stuk niet gespeeld mag worden omdat de koning anders schaak zou staan; of
- het spelen van het stuk een stuk van een hogere waarde zou blootstellen aan de aanval van een vijandelijk stuk van lagere waarde; of
- het spelen van het stuk mat of materieel verlies tot gevolg zou hebben.
De eerstgenoemde variant is een absolute penning: het spelen van het stuk is reglementair niet toegestaan. Bij de andere vormen van penning kan het stuk onder bepaalde omstandigheden toch gespeeld worden. Dit worden ook wel relatieve penningen genoemd.
Een gepend stuk kan schaakgeven. In het diagram hierboven staat de witte koning schaak, ondanks het feit dat het zwarte paard gepend is. Wit is dus aan zet en moet de koning wegspelen.
In de Stappenmethode wordt het gepende stuk het kopstuk genoemd en het achterliggende stuk waarop gepend wordt het staartstuk.
Bij penningen is het staartstuk altijd waardevoller dan het kopstuk. Is het omgekeerde het geval of zijn de stukken gelijkwaardig, dan spreken we van röntgenschaak of een röntgenaanval.
Zelfs bij het ontbreken van een staartstuk kan sprake zijn van een penning. Dat is het geval als een stuk niet kan spelen omdat anders mat wordt gegeven op een achterliggend veld.
Pennen is in dit geval een werkwoord: een speler valt een vijandelijk figuur aan dat daarna niet verplaatst mag worden omdat dan de koning schaak staat. Een het het voorbeeld (diagram): op veld a8 staat de zwarte koning, op a7 staat een zwart paard en verder is de a-lijn open. Nu speelt wit een toren naar veld a1. Zwart kan nu geen zet met het paard a7 doen, want dan staat de koning schaak. Het paard staat nu gepend. Pennen kan alleen plaatsvinden met behulp van de loper, toren of koningin.
|
Een bekende penning wordt gespeeld in de schaakopening Nimzo-Indisch en wel na de zetten: 1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pc3 zwart speelt nu Lb4 (diagram) en het paard staat gepend.
|
In de schaakopening Koningsgambiet kan de volgende zettenreeks worden doorlopen: 1.e4 e5 2.f4 d6 3.Pf3 en nu speelt zwart de loper naar g4 (diagram). Het paard mag nu wel gespeeld worden, maar dat kost een dame.