Passiflora coccinea
| Passiflora cocinea | |||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
 |
|||||||||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
| Soort | |||||||||||||||||
| Passiflora coccinea Aubl. (1775) |
Passiflora coccinea is een passiebloem, die inheems is in Bolivia, Brazilië, Brits-Guyana, Peru en het zuiden van Venezuela. De soort komt voor in het laagland van het Amazonegebied en tot op 2000 m in de westelijke uitlopers van de Andes. Deze klimplant wordt vaak verward met P. vitifolia, die echter drielobbige bladeren heeft.
De stengels zijn bij jonge scheuten paarsachtig, oudere stengels hebben drie diepe groeven. De bladsteel is 1,8 - 3,5 cm lang. Het blad is ongelobd, langwerpig, fijngezaagd, fijnbehaard en 6 – 14 x 3 - 10 cm groot. De bloemen zijn 8 - 12 cm breed en scharlakenrood (= coccinea) van kleur. De bloemstelen zijn 2,5 - 10 cm lang. De kelkbladeren zijn langwerpig en 3 - 5 x 0,8 - 1,4 cm groot.De kroonbladeren zijn langwerpig en 3,5 - 4 cm x 0,7 - 0,9 cm groot. De corona bestaat uit drie rijen. De buitenste rij is 1 - 1,5 cm lang en wit of paarsachtig. De binnenste twee rijen zijn 0,6 - 0,8 cm lang en wit. De eivormige of bolvormige vrucht is 5 - 6 x 4 - 5 cm groot en wordt rijp geel tot oranje van kleur. De vruchten zijn eetbaar.
Dit is een soort voor de warme kas. Hij heeft hoge temperaturen en een hoge relatieve luchtvochtigheid nodig. De plant kan vermeerderd worden door zaaien of stekken.
Een bekende hybride van P. coccinea is P. 'Lady Margaret' (P. coccinea × P. incarnata).
