Passiflora biflora
| Passiflora biflora | |||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
 |
|||||||||||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
| Soort | |||||||||||||||||||
| Passiflora biflora Lam. (1789) |
Passiflora biflora (tweebloemige passiebloem) is een klimplant die sterk kan variëren in de grootte en vorm van het blad, afhankelijk van de omgeving waar de plant vandaan komt. P. biflora is inheems van Mexico tot Venezuela en op de Bahama's tot hoogtes van 1500 m.
De plant kan zich sterk vertakken en wordt erg breed. De stengel is diep gegroefd, onbehaard en vijfhoekig. De bladstelen zijn 2,5 cm lang. De bladeren variëren in vorm, maar zijn meestal twee- of soms drielobbig. Ze zijn tot 8 cm lang en tot 10 cm breed, breder dan lang. De 3 cm brede bloemen groeien in paren in de bladoksels. De kelkbladeren zijn wit, 0,8-1,2 cm lang en 0,5-0,8 cm breed. De kroonbladeren zijn wit en 0,7-1,4 cm lang en 0,5 cm breed. De corona bestaat uit twee rijen. De buitenste rij filamenten is geel; 0,7-0,9 cm lang en naar buiten gebogen. De binnenste rij is 0,3 cm lang en groenachtig. De bolvormige tot ovale vrucht is 2-3 x 1,5-2 cm groot en wordt rijp blauwzwart.
De plant kan ’s winters in België en Nederland in de vensterbank worden gehouden en kan ’s zomers zelfs buiten worden gezet. De plant kan vermeerderd worden door zaaien of stekken.
