Orde van het Sterrenkruis
De Orde van het Sterenkruis (Duits: Sternkreuzorden of ("Hochadeliger Frauenzimmer-Sternkreuzorden") is een Oostenrijkse damesorde die op 18 september 1668 door Keizerin Eleonore, derde echtgenote van Keizer Ferdinand III, werd gesticht. De orde herinnert aan een vernietigende brand in de Weense Hofburg. Na de brand werd een kruis waarop relikwieën waren aangebracht ongeschonden in de as teruggevonden. De Habsburgers hielden dit voor een wonder en besloten een Orde in te stellen die aan dit mirakel herinnert.
De orde moet een deugdzaam leven, aandacht voor het heilige kruis en liefdadigheid bevorderen en laat alleen katholieke dames uit oude adelsgeslachten toe.
Het aantal dames in niet door de statuten vastgelegd. Tot 1918 moesten de aspirantleden acht adellijke overgrootouders van de vader en ook van de moeder aantonen. Getrouwde dames moesten ook aantonen dat alle 16 bet-overgrootouders van de echtgenoot van adel waren. Vier generaties lang mocht dus geen enkele niet tot de adelstand behorende voorouder kunnen worden aangewezen.
Een Oostenrijkse Aartshertogin was "Hoogste Beschermvrouwe van de Orde", zij benoemde de dames.
Het juweel van de orde werd in de loop der eeuwen viermaal veranderd en is nu een rood Latijns kruis met een brede blauwe rand die op een zwarte Oostenrijse adelaar is gelegd. Boven de kop van de adelaar is een geemailleerde band aangebracht met het devies van de orde, "Salus et gloria" (Latijn: Verlossing en Overwinning). Het lint is zwart en de orde wordt aan een zijden strik op de linkerborst gedragen.
Ook nu bestaat de orde nog. H.K.K.H.Aartshertogin Regina van Habsburg-Lotharingen is beschermvrouwe.
De 3e mei en de 14e september van ieder jaar komt de orde bijeen.
