Ontslag op staande voet
Ontslag op staande voet is de onmiddellijke beëindiging van een dienstbetrekking door de werkgever of de werknemer wegens "een dringende reden". De werknemer die op staande voet is ontslagen hoeft niet meer terug te komen en krijgt per direct geen loon meer uitbetaald. Als de werknemer rechtsgeldig ontslag op staande voet neemt, is de werkgever meestal schadevergoeding aan die werknemer verschuldigt. Opzegtermijnen gelden hier niet. Hier gelden in Nederland strenge eisen voor. In artikel 7:677 en verder van het Burgerlijk Wetboek is de wettelijke regeling opgenomen.
[bewerk] Reden
De onmiddellijke beëindiging moet noodzakelijk zijn. Voorbeelden van situaties waarin ontslag op staande voet kan worden gegeven zijn in de wet opgesomd. Deze voorbeelden zijn echter niet limitatief. De wet spreekt van "dringende redenen". Dit zijn onder andere:
- Voortdurende dronkenschap op het werk;
- Diefstal of andere misdrijven;
- Gewelddadigheden;
- (Poging tot) ontucht;
- Roekeloze gevaarszetting waarmee eigendommen of mensenlevens in gevaar worden gebracht;
- Hardnekkige weigering om de opdrachten uit te voeren;
- De benodigde diploma's niet blijken te hebben, of gebruik hebben gemaakt van fraude of valsheid in geschrifte om in dienst te worden genomen;
- voor een werknemer: het niet uitbetalen van loon of het in standhouden van levensgevaarlijke situaties.
De wet en vaste rechtspraak stellen daarnaast aanvullende eisen aan een rechtsgeldig ontslag op staande voet. Het ontslag moet bijvoorbeeld "onverwijld" worden gegeven, dat wil zeggen dat de werkgever na het ontdekken van de reden voor onmiddellijke ontslag op staande voet daarmee niet te lang mag wachten. Daarnaast behoudt de rechter zich de vrijheid voor om de persoonlijke omstandigheden van de werknemer mee te laten tellen bij de vraag of hij dat ontslag accepteert of niet.
[bewerk] Het ontslag
De bekende zin uit het boek Otje ("Tos! Je bent op staande voet ontslagen!") is meestal onvoldoende. Een verstandig werkgever zal altijd een aangetekende brief naar de werknemer sturen, waarin de reden voor het ontslag wordt aangegeven. Veel werkgevers verzoeken daarnaast de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst "voorwaardelijk" te ontbinden, namelijk voor het geval in een procedure toch komt vast te staan dat het ontslag op staande voet ongeldig was. Ook kunnen zij bij de CWI Centrum voor Werk en Inkomen een ontslagvergunning "voorzover vereist" vragen. Een werknemer kan en zal zijn ontslag aanvechten bij de kantonrechter. Wanneer deze het ontslag vernietigt is de werknemer dus nog steeds in dienst en is salaris verschuldigd.
Voor de werknemer kan het ontslag grote gevolgen hebben. Niet alleen gelden de opzegtermijnen niet en is hij zijn inkomen kwijt, maar hoeft hij in veel gevallen ook niet op WW te rekenen. Wie door zijn gedrag immers verwijtbaar werkloos raakt, krijgt geen uitkering. Hiertegen kan bij het UWV wel bezwaar worden gemaakt, In een aparte hoorzitting zal dan het recht op de WW uitkering worden beoordeeld door het UWV. Indien het de werknemer was die met goede redenen ontslag op staande voet heeft genomen kan dit uiteraard anders liggen.