Onthoofding (rivier)
Onthoofding bij een rivier is het aftappen van de ene rivier door de andere, als gevolg van achterwaartse erosie. Als de lopen van twee rivieren elkaar raken, zal het water afstromen naar de rivier wiens bedding het grootste verhang (verval per km) vertoont.
[bewerk] Een flagrant voorbeeld van rivieronthoofding
De Rijn is een rivier die groot geworden is door veelvoudige "onthoofding", een serie-misdadiger als het ware.
De Nederrijn ontsprong oorspronkelijk bij het Westerwald, misschien was de Lahn toen zijn bovenloop.
De Main stroomde door de slenk tussen Zwarte Woud en Vogezen naar het zuiden, boog vervolgens tezamen met de Aare naar het westen en samen mondden ze via de Doubs uit in de Rhône. Door rivieronthoofding slaagde de Rijn erin het water van beide rivieren naar zijn eigen stroomgebied om te leiden.
Een volgend "stout staaltje" was het "kapen" van de Moezel, waarvan de boven- en middenloop oorspronkelijk zijrivieren waren van de Maas.
En tot besluit slaagde de Rijn er - via rivieronthoofding - in om de Alpenrijn, die oorspronkelijk een zijrivier van de Donau was, via de Aare in zijn eigen stroomgebied af te leiden. Die tak wordt tegenwoordig als de hoofdstroom van de Rijn beschouwd.
Dit alles speelde zich al in de laatste paar miljoen jaar, Plioceen, Pleistoceen en Holoceen. Als grote rivier is de Rijn dus nog relatief jong.
[bewerk] Een onvolledige stroomonthoofding
In Zuid-Amerika is er een merkwaardige stroom, de Casiquiare, die de stroomgebieden van Amazone en Orinoco met elkaar verbindt. De Casiquiare stroomt van de Orinoco naar de Rio Negro, een van de voornaamste zijrivieren van de Amazone. De Casiquiare tapt echter maar een klein deel van het water van de Orinoco af, zodat niet van een echte stroomonthoofding kan worden gesproken, maar eerder van een bifurcatie.