Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit
De Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (acroniem Opta) is een onafhankelijke instantie, die toeziet op de naleving van de wet- en regelgeving op het gebied van telecommunicatie. De Opta valt onder het ministerie van Economische Zaken, waarbij formeel de rolverdeling is dat het Directoraat-Generaal Telecommunicatie en Post het beleid maakt en OPTA deze uitvoert. De OPTA is gevestigd in Den Haag. De Opta ging van start op 1 augustus 1997. Van 1997 tot augustus 2005 was de Delftse hoogleraar Jens Arnbak voorzitter van het college van OPTA. Sinds augustus 2005 is Chris Fonteijn voorzitter van dit college.
De Opta is ongeveer gelijktijdig met de liberalisering van de Nederlandse telecommunicatie opgericht. Tot de zomer van 1997 was KPN (eerder de PTT) monopolist op een groot deel van de telecommunicatiemarkt in Nederland. Alleen voor mobiele telefonie was er al enige concurrentie. Om te voorkomen dat nieuwe partijen geen kans zouden maken, werd de Opta in het leven geroepen. Omdat de Nederlandse Staat destijds grootaandeelhouder was in KPN en door middel van het gouden aandeel zelfs besluiten kon vetoën, is de Opta van het begin af aan volkomen onafhankelijk geweest.
Inhoud |
[bewerk] Bevoegdheden
De Opta heeft de volgende bevoegdheden (afkomstig van de webpagina van de Opta)
- Het aanwijzen van aanbieders met aanmerkelijke marktmacht
- Het beslechten van geschillen tussen aanbieders
- Goedkeuren van interconnectie- en eindgebruikerstarieven
- De uitgifte van telefoonnummers
- De bescherming van de privacy
- Het toezicht op de postconcessie van TPG Post
- Het inwinnen van inlichtingen en het inzien van stukken
- Regels stellen bij geschillen tussen aanbieders
- Boetes opleggen bij overtreding van de wet, bijvoorbeeld aan overtredingen bij het zenden van ongewenste spam of sms berichten.
- Dwangsommen opleggen om naleving van wettelijke verplichtingen af te dwingen
- Als daar aanleiding toe is eerder uitgegeven telefoonnummers intrekken
Tegen besluiten van de Opta kan in beroep worden gegaan bij de bestuursrechter.
[bewerk] Relatie met KPN, andere telecombedrijven en de politiek
Enkele malen zijn er conflicten geweest tussen de Opta en KPN. KPN beschuldigde de Opta er meerde malen van alleen als doel te hebben KPN kleiner te maken. Een veelgebruikt argument van KPN was dat de concurrenten van KPN (zoals Tele2, Vodafone en T-Mobile) geen kleine partijen zijn die de hand boven het hoofd gehouden moet worden. Achter deze bedrijven gaan grote internationale spelers schuil met een sterke positie op de eigen markt (waar de liberaliseringsregels in het algemeen wat langzamer worden uitgevoerd dan in Nederland), die vaak vele malen groter zijn dan KPN. Ook heeft KPN zich sterk gemaakt voor invoering van regulatie door de Opta van de kabelsector, om op die manier toegang te krijgen tot het kabelnetwerk.
De concurrenten van KPN vonden de Opta vaak te weinig slagvaardig. Zes jaar na het volledig opengaan van de telecommunicatiemarkt, was KPN nog steeds een zeer dominante speler. Het veroveren van een positie op de markt is moeilijk gebleken, niet in de laatste plaats doordat KPN steeds bij de bestuursrechter in beroep kon gaan tegen besluiten van de Opta (en deze beroepen ook regelmatig gewonnen heeft).
De politiek vindt dat de Opta meer tanden moet krijgen. Naar aanleiding van een escalatie van de ruzie tussen KPN en de Opta in augustus 2003, pleitten de meeste woordvoerders van de partijen in de Tweede Kamer voor meer slagkracht en bevoegdheden van de Opta.
[bewerk] Postmarkt
Minder bekend is dat de Opta ook bevoegdheden heeft op de Nederlandse Postmarkt. Deze is grotendeels in handen van TPG (het voormalige PTT Post). Belangrijke discussiepunten de komende jaren worden onder andere de tarieven voor post en de gedeelde toegang tot brievenbussen.
[bewerk] Kabel
Tot slot behandelt de Opta geschillen over toegang tot de kabel en geschillen over het gedogen van het (ver)leggen, onderhoud en het opruimen van kabels voor communicatienetwerken.