Nat-in-nat verven
Nat-in-nat schilderen is een schildertechniek waarbij nieuwe verf wordt toegevoegd aan voorafgaande lagen nog natte verf. Bij deze techniek dient het werkstuk in korte tijd worden voltooid.
De traditionele kunstschilders gebruikten glaceringen, of laag over laag verven, waarbij de onderliggende lagen volkomen moesten zijn gedroogd. Dat drogen duurde, zeker voor de uitvinding van een siccatief, heel lang, enkele dagen tot enkele wegen. Vanaf ruwweg de periode van het impressionisme ontstond de behoefte om sneller te schilderen. Zo maakten bijvoorbeeld Monet, maar ook een schilder als Vincent van Gogh hun schilderijen vaak binnen een dag.
De gepopulariseerde schildertechniek van Bob Ross is ook een voorbeeld van nat-in-nat werken. Hij mengt bijvoorbeeld kleuren op het doek in elkaar, en schildert ook bijvoorbeeld bomen met dikkere verf op een ondergrond die nog niet droog is. Ook bij aquareltechniek wordt vaak, maar niet altijd, nat-in-nat gewerkt.
De moeilijkheid bij nat-in-nat werken is dat de kleuren soms ongewenst mengen, en dat het risico bestaat dat de kleuren minder fris en minder sprekend worden. Het voordeel van nat-in-nat is het effect van mooie kleurovergangen, die bij de glaceertechniek moeilijk te realiseren zijn. Een voorbeeld hiervan is de lucht in het hier afgebeelde schilderij van Sisly.