Nassau-Siegen
Nassau-Siegen is een tak van het Huis Nassau die twee keer afzonderlijk voorkwam en heerste over de graafschap (Nassau) Siegen, dat in 1224 het in handen was gekomen van het Huis Nassau. Dit graafschap omvatte de huidige plaatsen Burbach (tijdelijk) Freudenberg, Hilchenbach, Kreuztal, Siegen en Wilnsdorf. Het grensde in het noorden aan het Hertogdom Westfalen, in het westen aan de Wildenburg en het graafschap Sayn-Altenkirchen, in het zuiden aan het vorstendom Nassau-Dillenburg en in het oosten aan het graafschap Wittgenstein-Wittgenstein.
De eerste tak Nassau-Siegen ontstond in 1303, toen de zonen van Otto van Nassau (die Nassau sinds Otto's dood in 1289 gezamenlijk hadden bestuurd) het gebied opdeelden in drie delen: Nassau-Siegen, Nassau-Hadamar en Nassau-Dillenburg. Nassau Siegen ging in 1328 op in de tak Nassau Dillenburg.
De tweede tak Nassau-Siegen ontstond na het overlijden van Jan van Nassau (1535-1606). Zijn Nassause bezittingen in Duitsland werden verdeeld over zijn zonen: zijn zoon Jan (VII) (1561-1623) erfde het graafschap Siegen en met hem ontstond weer het huis Nassau-Siegen. Na zijn overlijden ontstond er tweespalt tussen en ontstaat er een katholieke en een protestantse tak. Uiteindelijk gaan die vele jaren later weer in elkaar op en vervolgens gaat die tak weer op in het huis Nassau-Dietz.
[bewerk] Vorsten
- 1606-1611 Jan I van Nassau-Siegen
- 1611-1623 Hendrik
- 1623-1638 Johan II
- 1638-1674 George Frederik
- 1674-1679 Johan Maurits
- 1679-1691 Willem Maurits
- 1691-1699 Johan Frans Desideratus
- 1699-1707 Willem Hyacinth
- 1707-1722 Frederik Willem Adolf
- 1722-1734 Frederik Willem