Moesdistel
Moesdistel | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
Soort | ||||||||||||
Cirsium oleraceum |
De Moesdistel (Cirsium oleraceum) is een 60 tot 150 cm hoge overblijvende soort plant in de Composietenfamilie.
[bewerk] Kenmerken
Hoewel de plant een distel genoemd wordt, zijn de bladeren slap en de weinige doorns die op de stengels te vinden zijn, steken vrijwel niet.
De geelwitte bloemhoofdjes zijn door grote, bleke schutbladen omgeven. De bovenste bladeren zijn lichtgroen of geelgroen en stengelomvattend. De bloeiperiode loopt van juli tot september.
De`onderste bladen zijn veerspletig tot ongedeeld, en zittend.
[bewerk] Verspreiding
De moesdistel houdt van vochtige standplaatsen als vlakke heidevelden, natte weilanden, vochtige bergbossen en beekoevers. Ze is indicator plant voor stikstofrijke grond. In de Alpen komt ze tot op 2000 meter hoogte voor.
In Europa loopt haar verspreidingsgebied van Scandinavië tot Bulgarije. Vooral in Midden-Europa kan ze plaatselijk talrijk zijn.
In Nederland stond ze op de rode lijst van 1996 in categorie: zeldzaam maar stabiel. In de rode lijst van 2003 komt ze niet meer voor. In Vlaanderen is haar status: niet bedreigd.
[bewerk] Gebruik
De moesdistel wordt door weidedieren versmaad en ook gedroogd is ze ongeschikt omdat ze neigt te verbrokkelen. Bij boeren is ze daarom niet erg gewaardeerd. Zowel Nederlandse naam als de Duitse naam Kohldistel is gegeven doordat de plant in het verleden in tijden van honger als voedsel is gebruikt.