Meriadoc Brandebok
Personage in Midden-aarde | |
---|---|
Meriadoc Brandebok | |
Andere namen | Holdwine, Meriadoc 'de Luisterrijke' |
Titel(s) | Meester van Bokland |
Ras | Hobbit |
Geslacht | Man |
Vader | Saradoc 'Strooigoud' Brandebok |
Moeder | Esmeralda Toek |
Echtgeno(o)t(e) | Estalla Burger |
Kind(eren) | Onbekend aantal, minstens een zoon die hem opvolgde als Meester van Bokland |
Geboortejaar | 2982 van de Derde Era |
Jaar van overlijden | Onbekend |
De hobbit Merijn Brandebok is een personage van In de Ban van de Ring, een fantasy-boek van J.R.R. Tolkien. Hij helpt zijn vriend Frodo Balings met diens taak; om de Ene Ring van het kwaad te vernietigen, om zo Midden-Aarde te redden.
Meriadoc (Merijn) Brandebok werd in het jaar 1382 Gouw-telling (2982 Derde Era) geboren in Bokland, als enig kind van de Meester van de Burcht, Saradoc ‘Strooigoud’ Brandebok en zijn vrouw Esmeralda Toek. Merijn was derhalve een neef van zijn grote vriend Peregrijn Toek en een achterneef van zijn andere vriend Frodo Balings. Omdat hij vermoedde dat Frodo ooit in de voetsporen van zijn ‘oom’ Bilbo Balings zou treden, vroeg hij (samen met Pepijn) aan Sam Gewissies om Frodo voor hen in de gaten te houden. Toen ze begrepen dat het moment was aangebroken, zorgde ze ervoor dat ze betrokken raakte in Frodo’s verhuisplannen. Merijn heeft een avontuurlijk temperament en is opgewekt en uit-bundig van aard. In tegenstelling tot Pepijn vatte hij de Queeste van het begin af aan ernstig op. Merijn heeft ook beduidend meer gevoel voor vreemde talen en ‘aristocratische’ gebruiken.
[bewerk] Samenvatting van Merijn's avonturen.
Merijn wordt Frodo’s belangrijkste helper tijdens diens verhuizing naar Krikhol. Hij vindt voor hem het kleine huisje in het land achter Bokkelburg, en vertrekt later met een wagen vol spullen uit Balingshoek naar het huisje, dat hij ‘behaaglijk’ inricht. Daar onthult hij de samenzwering tussen hem, Pepijn en Sam, en zorgt hij ervoor dat Frodo hen meeneemt op zijn reis. Tijdens deze reis naar Rivendel leidt Merijn de hobbits door het oude woud, maar wordt vervolgens gevangen genomen door de Oude Wilg en bevrijdt door Tom Bombadil. Ook in Breeg toont Merijn zijn enerzijds avontuurlijke en anderzijds behulpzame aard als hij de herberg verlaat om de omgeving te verkennen. Daar komen ze Stapper (Aragorn) tegen die hen naar Rivendel leid. In Rivendel wordt Merijn uitgekozen als een van Frodo’s helpers in het Reisgenootschap. Hij trok mee door Moria en Lothlorien. Hier voer hij mee met de boten en aanschouwde de Argonath in de Anduin bij de Rauroswatervallen.
Toen ze aanmeerden in de buurt van Amon Hen, werden ze overvallen door een groep orks, die grotendeels bestaat uit Uruk-Hai van de Tovenaar Saruman. Merijn en Pepijn werden door de Orks meegenomen nadat die Boromir, die hen verdedigde, hadden gedood. De Orks voerden hen naar Isengard in opdracht van de Tovenaar Saruman. Saruman wist dat een van de Halflingen de Ene Ring had, maar de Orks namen de verkeerden mee. Frodo was uit hun handen gebleven. De Orks veronderstelden dat Merijn en Pepijn de juiste halflingen waren en trokken met hen door Rohan. Ze werden achtervolgd door Aragorn, Legolas en Gimli, hoewel ze dit niet wisten. Ze bleven hoe dan ook uit hun handen.
Toen de Orks bijna bij het Fangornwoud aankwamen werden ze door de Ruiters van Rohan aangevallen. De Orks werden gedood, maar Merijn en Pepijn vluchtten Fangorn in. Hier ontmoetten ze de Ent Boombaard. Hun komst zorgt ervoor dat de Enten tijdens hun langdurige vergadering (de Entmoet) besluiten om in te grijpen; ze vallen Isengard aan, en veroveren de vestiging van de Tovenaar Saruman. In Isengard vinden Pepijn en Merijn tabak uit de Gouw, en beginnen te vermoeden dat het kwaad ook in hun eigen Gouw aanwezig is.
Gandalf, Aragorn, Legolas, Gimli en een gezelschap uit Rohan bezoeken Isengard om Saruman te spreken, waarna de twee hobbits met hen mee gaan naar Rohan. Ze worden echter gescheiden door Pepijns domheid; deze kijkt in de Palantir van Isengard en moet ‘voor straf’ mee met Gandalf naar Gondor. Merijn reist verder met de Rohirrim, en wordt vervolgens ook gescheiden van Aragorn, Legolas en Gimli, die het gezelschap verlaten om (zoals later blijkt) de Paden der Doden te betreden. De tijd die Merijn doorbrengt bij Koning Théoden en zijn ruiters leidt ertoe dat hij tot jonkheer van Rohan wordt benoemd, en een speciale band met het land en zijn inwoners ontwikkeld. Hij bezoek de ruitermark later vaak en wordt daar Holdwine genoemd.
Samen met Éowyn (als de ruiter ‘Dernhelm’) rijdt Merijn vervolgens naar Minas Tirith, de hoofdstad van Gondor. Tijdens de slag van de velden van de Pelennor komen de twee tegenover de machtige Tovenaar-Koning van Angmar te staan, en helpt Merijn Eowyn de Nazgul te verslaan. Na de slag vindt Pepijn hem op het slagveld en wordt hij door Aragorn genezen. Terwijl Pepijn met het leger van het Westen naar de Zwarte Poort rijdt, blijft de gewonde Merijn achter in de Huizen van Genezing, in Minas Tirith. Pas na de vernietiging van Sauron’s rijk voegt hij zich weer bij Pepijn, Frodo en Sam, en wordt geëerd op het Veld van Cormallen.
Merijn speelt een belangrijke rol tijdens de hobbit-opstand in de Gouw, waar hij de gewapende Hobbiterij aanvoerde. Hiervoor wordt Merijn zeer geëerd in de Gouw. Maar ook zijn diepe belangstelling voor de oorsprong van de Hobbits zelf, zoals blijkt uit zijn vele bijdragen aan de Hobbit-wetenschap, brachten hem veel aanzien. Op vijftigjarige leeftijd, in 1432 Gouwtelling, volgde Merijn zijn vader op als Meester van Bokland. Hij trouwde met Estalla Burger en kreeg een zoon, die op zijn beurt Meester van Bokland werd. Of hij meer kinderen gekregen heeft is onbekend. In 1484 verliet hij de Gouw samen met Pepijn. De twee bezochten Rohan, waar Merijn zijn oude vriend Eomer voor de laatste keer zag. Tenslotte vervolgden zij hun reis naar Gondor, waar zij enkele jaren bij Koning Elessar woonden, en tenslotte ten ruste werden gelegd in het Huis van de Koningen.
Het reisgenootschap van de ring | |
---|---|
Aragorn | Boromir | Frodo | Gandalf | Gimli | Legolas | Merijn | Pepijn | Sam |