Melkgebit
Tanden in volwassen gebit | |
---|---|
Tanden in melkgebit | |
Afbeelding | |
Zo tussen het zesde en dertiende levensjaar zullen deze melktanden en -kiezen er een voor een uitvallen. |
Het melkgebit van een mens bevat acht melksnijtanden, vier melkhoektanden en acht melkkiezen (melkmolaren). In tegenstelling tot het volwassen gebit, bevat het melkgebit geen voorkiezen (premolaren).
[bewerk] Ontwikkeling
De meeste baby's krijgen wanneer ze rond de 8 maanden zijn de eerste tandjes, meisjes meestal eerder dan jongens. De tanden komen door het tandvlees heen gegroeid en veroorzaken jeuk. Dit is een van de redenen waarom een baby bijt op alles wat voor handen komt. Het kan een paar jaar duren voordat alle tandjes zijn doorgekomen. De tanden verschijnen vaak in paren. Het patroon van doorkomen en de leeftijd waarop dit begint lijkt erfelijk vastgesteld te zijn. Een volgorde die veel voorkomt is:
-
- Onderste centrale melksnijtanden (71, 81)
- Bovenste centrale melksnijtanden (51, 61)
- Bovenste laterale melksnijtanden (52, 62)
- Onderste laterale melksnijtanden (72, 82)
- Eerste melkmolaren (54, 64, 74, 84)
- Melkhoektanden (53, 63, 73, 83)
- Tweede melkmolaren (55, 65, 75, 85)
In deze lijst is ook de aanduiding van de tanden aangegeven volgens de internationale tandnummering. Dit systeem heeft een aparte nummering voor het melkgebit.
[bewerk] Wisselen
Zo rond het zesde levensjaar vallen de voorste melktanden bij de mens er een voor een uit, zodat er plaats komt voor de definitieve tanden. Met de melkhoektanden en melkkiezen gebeurt dit tussen het tiende en dertiende jaar. Dit wisselen gebeurt omdat de tanden en kiezen niet kunnen groeien, en omdat er voor het uiteindelijke gebit geen plaats is in een kinderhoofd. Het stadium waarin een gebit zich bevindt tussen het begin en het eind van het wisselen noemt men een wisselgebit.