Martinus Nijhoff
Martinus Nijhoff (Den Haag, 20 april 1894 – aldaar, 26 januari 1953) was een Nederlands dichter, toneelschrijver en essayist.
Nijhoff studeerde rechten in Amsterdam, later ook letteren in Utrecht. Van 1926 tot na de Tweede Wereldoorlog maakte hij enkele malen deel uit van de redactie van De Gids. Ook werkte hij lange tijd als criticus bij de Nieuwe Rotterdamsche Courant en korte tijd bij de familie-uitgeverij.
Hij is twee keer getrouwd geweest, tot 1950 met de schrijfster A.H. Wind en daarna met de actrice Georgette Hagedoorn.
Zijn debuut als dichter vond plaats in 1916 toen de bundel De wandelaar verscheen. In 1924 publiceerde hij de bundel Vormen. In romantische verzen uitte hij zijn gevoelens van angst, eenzaamheid en het verlangen naar ongerept kind zijn. Hij deed dat gewoonlijk in toegankelijk Nederlands.
In de gedichten Awater (uit Nieuwe Gedichten, 1934) en Het uur U (1936) weet hij op bijzondere wijze het mysterie achter alledaagse dingen en gebeurtenissen te beschrijven, in een stijl die steeds meer neigt naar spreektaal.
Succes had Nijhoff ook met drie bijbelse spelen, verzameld in Het heilige hout (1950). Daarnaast was hij een vermaard vertaler van gedichten en toneelstukken. In 1953 werd de Martinus Nijhoffprijs ingesteld, die jaarlijks wordt toegekend voor vertaalwerk in en uit het Nederlands. In datzelfde jaar ontving hij postuum de Constantijn Huygensprijs voor zijn gehele oeuvre.
Met magisch realistisch schilder Pyke Koch was Nijhoff in vriendschap verbonden. Koch ontwierp voor Nijhoff enkele theaterdecors, terwijl Nijhoff gedichten schreef bij enkele schilderijen van Koch, zoals "de Schiettent" ter gelegenheid van het huwelijk van de schilder.
Inhoud |
[bewerk] Martinus Nijhoffbrug
Op 18 januari 1996 opende minister Jorritsma de nieuwe Waalbrug in de A2 bij Zaltbommel, die de naam Martinus Nijhoffbrug kreeg. Dankzij zijn wellicht bekendste gedicht, het sonnet De moeder de vrouw. Daarin vertelt de dichter wat hij beleefde bij de (oude) brug bij (Zalt)Bommel.
De moeder de vrouw
- Ik ging naar Bommel om de brug te zien.
- Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden
- die elkaar vroeger schenen te vermijden,
- worden weer buren. Een minuut of tien
- dat ik daar lag, in 't gras, mijn thee gedronken,
- mijn hoofd vol van het landschap, wijd en zijd -
- laat mij daar midden uit oneindigheid
- een stem vernemen dat mijn oren klonken.
- Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer
- kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren.
- Zij was alleen aan dek, zij stond bij 't roer,
- en wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren.
- O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer.
- Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren.
[bewerk] Prijzen
- 1925 - Prijs van Amsterdam voor Vormen
- 1953 - Constantijn Huygensprijs voor zijn gehele oeuvre
[bewerk] Bibliografie
- 1916 - De wandelaar
- 1919 - Pierrot aan de lantaarn
- 1924 - Vormen
- 1927 - De pen op papier
- 1930 - C.F. Ramuz. De Geschiedenis van de Soldaat
- 1930 - De vliegende Hollander
- 1930 - Shakespeare Storm
- 1931 - Gedachten op Dinsdag
- 1934 - Awater
- 1934 - Nieuwe gedichten
- 1936 - Groot Nederland
- 1936 - In Holland staat een huis (samen met Anton van Duinkerken)
- 1936 - Het uur U
- 1941 - De ster van Bethlehem
- 1942 - Een idylle
- 1950 - Het heilige hout
- 1951 - De cocktailparty
- 1951 - Euripides Ifigeneia in Taurië