Livigno
Livigno | |
Basisgegevens | |
---|---|
Provincie | Sondrio (SO) |
Regio | Lombardije |
Bevolking - Totaal (31-12-2004) - Dichtheid |
5326 24 inw/km² |
Oppervlakte | 211,2 km² |
Oppervlaktewater | km² |
Locatie | |
Hoogte | 1816 m boven zeeniveau |
Geografische ligging | |
|
|
Overige informatie | |
ISTAT-code | 014037 |
Postcode | 23030 |
Netnummer | 0342 |
Aangrenzende gemeenten | |
Beschermheilige | Santa Maria |
Gemeentelijke website: [{{{website}}} {{{website}}}] |
|
bron: Italiaans bureau voor statistiek |
Livigno is een gemeente in de Italiaanse provincie Sondrio (regio Lombardije) en telt 5326 inwoners (31-12-2004). De oppervlakte bedraagt 211,2 km², de bevolkingsdichtheid is 24 inwoners per km².
Het wordt ook wel "Little Tibet" genoemd omwille van de vaak zeer koude temperaturen.
Het dorp is nu vooral bekend als skigebied en taxvrije zone.
[bewerk] Skigebied
Livigno heeft 115 km pisten op 1815m tot 3000m hoogte. Er zijn 33 liften in het gebied.
[bewerk] Geschiedenis
Livigno is ontstaan uit de samensmelting van drie dorpjes die in de vallei aanwezig waren. Over het hoe en waarom deze vallei tax-vrij is geworden gaan vele verhalen rond. Volgens de overlevering was het zo dat telkens iemand op pad werd gestuurd om de belastingen te innen in Livigno deze op mysterieuze wijze verdween.
De realiteit spreekt echter minder tot de verbeelding. Om te zorgen dat de vallei bewoond bleef om zodoende als staat ook eigendom in de vallei te kunnen claimen. De tax-vrij status van Livigno wordt voor het eerst toegekend rond 1840 door Oostenrijk-Hongarije. In 1910 bevestigde het Italiaanse Koninkrijk en later ook de republiek deze status. En dan aan het einde werd in 1960 door de EEC de taxvrijstatus definitief vastgelegd. De reden voor deze toekenning is te zoeken in de moeilijke bereikbaarheid van Livigno tijdens de winter en eeuwenlange armoede in de regio.
In 1912 werd pas de eerste telefoonlijn aangelegd. Ze verbond Livigno met Bormio. Zo trad Livigno reeds communicatief uit zijn isolement. Het was echter wachten tot 1914 voor er met wagens naar Livigno kon worden gereden. Door de aanleg van de "Via di Döss" die over de Trepalle-pas, Foscagno-pas en d'Eira-pas Livigno verbond met het 40km verder gelegen Semogo. Dit bracht Livigno deels uit zijn isolement en bracht de eerste toeristen naar de vallei. Toch bleef de gemeenschap grotendeels op zichzelf gericht. De Eerste Wereldoorlog werd dan ook enkel opgemerkt omdat een aantal jongeren uit het dorp stierven aan het front. Maar het dorp zelf bleef gespaard van alle geweld.
In 1920 halen de eerste dorpelingen hun rijbewijs. Om dit te laten renderen wordt er gestart met een postdienst. Dit was de eerste post en pakjes-dienst in Livigno. Pas in 1924 wordt er werk gemaakt van elektriciteit in het dorp en gaat de eerste Elektriciteitsmaatschappij in Livigno van start.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog sneuvelen opnieuw enkele jongens van Livigno aan het front. Maar deze keer wordt ook het dorp zelf in de oorlog betrokken. De Duitsers zetten er een commandopost op maar worden in 1944 verdreven door een groep partizanen die via Bormio Livigno wensen te bevrijden. In 1945 komen de geallieerden nog even langs om de commandopost over te nemen.
In de jaren 50 starten de Livignesen op eigen houtje de winterontsluiting van het dorp. Met de aankoop van grote sneeuwruimers wordt de Foscagna-pass vanaf tijdens de winter berijdbaar gehouden en ook de weg naar Bormio wordt eigenhandig sneeuwvrij gehouden. Hierdoor kan het wintertoerisme van start gaan en in 1953 wordt de opening van de eerste skilift gevierd. In 1959 wordt de skischool opgestart. Livigno begint nu definitief aan de omschakeling van afgesloten landbouwersgemeenschap naar open dorp klaar voor het toerisme.
Eind jaren 50 wordt een overeenkomst gesloten tussen Italië en Zwitserland om het water van e Spöl voor gemeenschappelijke doeleinden te gebruiken. Er wordt een dam gebouwd en het stuwmeer Lago di Livigno ontstaat. Het stuwmeer wordt gebruikt om elektriciteit op te wekken. Aangezien voor de aanleg van deze dam heel wat materialen moesten worden aangevoerd werd een tunnel gemaakt tussen Zwitserland en Livigno. De "Munt La Schera" tunnel. De toenmalige burgemeester van Livigno zag onmiddellijk het nut van deze tunnel in en tekende in 1963 een overeenkomst met de Zwitsers om de tunnel en de weg over de dam open te stellen voor het verkeer na het beëindigen van de werken. De definitieve ontsluiting van Livigno was nu een feit.