Langpootmuggen
Langpootmuggen | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Tipula oleraceae |
|||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
|
|||||||||||||
Familie | |||||||||||||
Tipulidae Cylindrotomidae Limoniidae |
Langpootmuggen zijn een groep van muggen met een relatief lang en dun lichaam en zeer lange, sprieterige poten.
Inhoud |
[bewerk] Algemeen
Het betreft soorten uit verschillende families, de bekendste is de familie Tipulidae. Soorten uit andere families (Cylindrotominae, Limoniinae) worden echter ook langpootmug genoemd en hebben een vergelijkbare bouw en levenswijze. De drie families worden soms ook wel als onderfamilies gezien. Tot de langpootmuggen behoren meer dan 14.000 soorten. De volwassen langpootmuggen eten niet of alleen een beetje nectar en leven maar enkele dagen om te paren. Ze zijn meestal nachtactief en worden aangetrokken door licht.
In Nederland en België zijn met name soorten uit het geslacht Tipula algemeen. De koollangpootmug (Tipula oleracea) vliegt van april tot juni en een tweede generatie van augustus tot oktober. Tipula paludosa vliegt alleen in augustus en september en Tipula czizeki is alleen in oktober en november aanwezig. De reuzenlangpootmug (Tipula maxima) is een wat grotere soort.
[bewerk] Uiterlijk
Het achterlijf is lang en rond en duidelijk gesegmenteerd. Zoals alle tweevleugeligen, waartoe de vliegen en muggen behoren, zijn de achtervleugels veranderd in knots-vormige haltertjes. De twee vliegvleugels staan bij een aantal soorten gespreid, waardoor de halters duidelijk zichtbaar zijn. Er zijn echter ook soorten, zoals de tijgerlangpootmug, die de vleugels op de rug vouwen. Langpootmuggen zijn slechte vliegers en zijn ondanks hun zeer onregelmatige, op- en neergaande vlucht makkelijk te vangen.
Langpootmuggen kunnen de zeer lange poten makkelijk af laten breken als deze worden vastgepakt. Omdat een langpootmug met poten en vleugels niet meer vervelt, groeien deze nooit meer aan, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de poten van krabben of spinnen, die hun hele leven blijven vervellen.
Langpootmuggen zijn door hun sprieterige voorkomen al niet erg aaibaar, maar veel exemplaren dragen zowel aan de voor- als aan de achterzijde een stekelachtig uitsteeksel. In het laatste geval gaat het om een vrouwtje, deze heeft een legbuis om de eitjes af te zetten in de grond. Dit is dus geen angel en ze kan er niet mee steken. Ook hebben langpootmuggen meestal een verlengd deel van de kop, dat enigszins op een steeksnuit lijkt. Bijten of prikken is echter onmogelijk en veel soorten hebben bovendien gereduceerde monddelen en kunnen niet eens eten. Vrouwtjes zijn naast de legboor te herkennen aan het gezwollen achterlijf, waarin de eitjes zitten.
[bewerk] Larve
De larve van de langpootmug wordt emelt genoemd. Het is een taaie, grauwe, pootloze made-achtige larve zonder duidelijk zichtbare kop. Emelten komen zowel in het voorjaar als in het najaar voor. Ze leven van plantenwortels, zoals graswortels en wortels van groenteplanten. Ze richten hierbij schade aan en zijn niet geliefd in de tuinbouw. De emelt zelf is daar maar deels verantwoordelijk voor; dieren als vogels en mollen lusten graag emelten en jagen erop door het gazon om te ploegen. Ook de volwassen langpootmuggen dienen als prooi voor vogels, spinnen en allerlei andere dieren. Ze zijn volkomen weerloos en proberen zich in de begroeiing te verstoppen en blijven roerloos zitten.