Lampionplant
| Lampionplant | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
 |
||||||||||||
| Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
| Soort | ||||||||||||
| Physalis alkekengi |
De Lampionplant (Physalis alkekengi) is een 25 - 120 cm hoge vaste plant uit de Nachtschadefamilie. De geslachtsnaam Physalis betekent blaas. Deze verwijst vermoedelijk naar de vorm van de oranje lampionnen.
Inhoud |
[bewerk] Beschrijving
De vierkante stengels bevatten verspreid staande, gesteelde bladeren. De bladstelen zijn 1-6 cm lang. De plant is verspreid behaard.
De okselstandig geplaatste, 2-3 cm grote, witte stervormige[1], bloemen groeien om de beurt. Tijdens de bloei zijn de groene kelkbladen 5-8 mm lang en hebben ze driehoekige tanden[1]. Na de bloei groeit de kelk uit tot ze de vrucht omvat. Dit vormt de fraaie oranje, 4-5 cm grote lampion waaraan de plant zijn naam te danken heeft. De bloeiperiode loopt van juni tot september[1].
[bewerk] Verspreiding
De oorsprong van de lampionplant is onzeker. Heukels flora vermeldt Zuidoost Europa[1], Maggie Whitson en Paul S. Manos noemen China[2]. Ook Japan wordt vaak genoemd. In Europa komt ze in grote delen van midden-Europa verwilderd voor.[3]
[bewerk] Gebruik
De fraaie oranje lampionnen kunnen in droogboeketten worden gebruikt. Pluk hiervoor de takken na de bloei, en laat ze enkele weken ondersteboven drogen[3].
De rode vruchten van de tuinplant kunnen gegeten worden. Ze worden o.a. in marmelades, dranken, en desserts gebruikt. Ook gedompeld in vloeibare chocolade worden ze wel genuttigd. De smaak ligt tussen zoet en zoetzuur. Ze bevatten suikers[4], citroenzuur[4], vitamine C[4], physaline[4], ijzer en citroenzuur[4].
Op oude schilderijen wordt de plant vaak gebruikt om een herfststemming te creëren.
De bloemen zijn giftig, maar sommige huisdieren, zoals katten, worden hier niet door afgeschrikt. Huidcontact met de olieachtige oppervlakte van de plant kan tot allergische reacties leiden.
[bewerk] Tuin
Wie de plant wil zaaien, kan dit gemakkelijk in mei doen. Hoewel de plant als vaste plant bekend staat, is overhouden in tuinen in de Benelux lastig. De bovengrondse delen sterven in het najaar af. Wel komt de plant in het voorjaar weer op. Vaak is enige beteugeling van het zich uitbreidende wortelstelsel in de tuin noodzakelijk, ze heeft de neiging te woekeren[3].
Naast de Physalis alkekengi var. franchetii zijn er twee cultivars, Physalis alkekengi 'Gigantea' en Physalis alkekengi 'Gnome'[5].
[bewerk] Afbeeldingen
 |
|
|
[bewerk] Referenties
- ↑ 1,0 1,1 1,2 1,3 Heukels flora van Nederland, 22e druk
- ↑ Untangling Physalis (Solanaceae) from the Physaloids, door Maggie Whitson en Paul S. Manos
- ↑ 3,0 3,1 3,2 tuinkrant
- ↑ 4,0 4,1 4,2 4,3 4,4 Elseviers gids van eetbare en geneeskrachtige planten, ISBN 9010043738, Edmund Launert
- ↑ plantago database
 |
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Physalis alkekengi op Wikimedia Commons. |
