Kabinet-De Geer II
| Kabinet-De Geer II | |
| Partijen TK-zetels Premier |
RKSP, SDAP, CHU, VDB, ARP 31 + 23 + 8 + 6 + 0 = 68 D.J. de Geer |
| Van Demissionair Tot |
10 augustus 1939 3 september 1940 3 september 1940 |
| Voorganger Opvolger |
Colijn V Gerbrandy I |
| Nederlands kabinet | |
Het Kabinet-De Geer II, aangetreden in 1939, vertrok op 14 mei 1940, kort na de Duitse inval in WO2 op 10 mei, met de koningin naar Londen en werd het eerste van de vier Londense kabinetten die tijdens de Tweede Wereldoorlog de Nederlandse regering in ballingschap vormden.
De laatste ministerraad in Nederland werd gehouden in het Fort aan den Hoek van Holland voordat werd uitgeweken naar Engeland. Koningin Wilhelmina was toen al vertrokken.
Vanwege zijn weinig strijdlustige houding bewerkstelligt de koningin in september 1940 de vervanging van De Geer door Gerbrandy.
[bewerk] Ministers
- Minister-president: Dirk Jan de Geer (CHU)
- Minister van Algemene Zaken: Dirk Jan de Geer (CHU) a.i.
- Minister van Buitenlandse Zaken: Eelco Nicolaas van Kleffens (lib. partijloos)
- Minister van Justitie: Pieter Sjoerds Gerbrandy (ARP)
- Minister van Binnenlandse Zaken: Hendrik van Boeijen (CHU)
- Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen: Gerrit Bolkestein (VDB)
- Minister van Financiën: Dirk Jan de Geer (CHU) (tevens minister president)
- Minister van Defensie: Adriaan Quirinus Hendrik Dijxhoorn (partijloos)
- Minister van Waterstaat: Johan Willem Albarda (SDAP)
- Minister van Economische Zaken: Maximilien Paul Léon Steenberghe (RKSP), van 10 augustus 1939 tot 9 mei 1940; het ministerie werd daarna gesplitst:
- Minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart: Steenberghe, van 9 mei 1940 tot 3 september 1940
- Minister van Landbouw en Visserij: Arie Adriaan van Rhijn (CHU), van 9 mei 1940 tot 3 september 1940
- Minister van Sociale Zaken: Jan van den Tempel (SDAP)
- Minister van Koloniën: Charles Joseph Ignace Marie Welter (RKSP)
[bewerk] Bijzonderheid
Het kabinet Kabinet-De Geer II was het eerste kabinet waaraan sociaaldemocraten (SDAP) deelnamen. Totdan waren ze door de andere partijen uitgesloten van regeringsdeelname.
