JonBenét Ramsey
JonBenét Ramsey (6 augustus 1990 - 25 december 1996) was een zesjarig schoonheidskoninginnetje en winnares van vele missverkiezingen, dat vermoord werd gevonden in de kelder van het ouderlijk huis in Boulder, Colorado, Verenigde Staten, acht uur nadat ze als vermist was opgegeven. De zaak trok veel internationale media-aandacht, omdat er in eerste instantie geen moordenaar werd gevonden en uiteindelijk zelfs de ouders als belangrijkste verdachten werden aangemerkt. De gruwelijke details van de zaak werden door vele boeken, artikelen en documentaires uitgelicht.
De zaak kwam na tien jaar weer volop in het internationale nieuws toen op 16 augustus 2006 haar vermoedelijke moordenaar werd gearresteerd in Bangkok, Thailand. De verdachte, de 41-jarige Amerikaanse basisschoolleraar John Mark Karr, heeft zijn betrokkenheid aan de politie en media toegegeven.
Inhoud |
[bewerk] Leven
JonBenét werd geboren in een ziekenhuis in Atlanta, Georgia, en verhuisde op éénjarige leeftijd met haar gezin naar Colorado. Haar naam is een combinatie van haar vaders voor- en middelnaam: John Bennet. Haar moeder, Patsy Ramsey, gaf haar dochter op voor vele missverkiezingen in verschillende staten. In sommige gevallen sponsorde ze de wedstrijden waar JonBenét aan meedeed. Patsy Ramsey was zelf een oud-miss, in 1977 was ze Miss West Virginia, haar zus werd dat drie jaar later. Haar vader is een rijke zakenman en directeur van een Amerikaans computerbedrijf. Het gezin had een buitenhuis aan een meer in Michigan.
JonBenét won verschillende verkiezingen, waaronder America's Royal Miss, Colorado State All-Star Kids Cover Girl, Little Miss Charlevoix Michigan, Little Miss Colorado, Little Miss Merry Christmas, Little Miss Sunburst, en National Tiny Miss Beauty.
Vader John Ramsey vond het lijkje van zijn dochter in de kelder van hun villa in Boulder, op 26 december 1996.
JonBenét ligt begraven op een een kerkhof in Georgia, naast haar moeder die in juli 2006 overleed, en Elizabeth Ramsey, een kind uit John Ramsey's eerste huwelijk dat in 1992 omkwam bij een verkeersongeluk. In totaal liggen er dertien familieleden begraven op het kerkhof.
[bewerk] Moordzaak
Op 26 december 1996 ontdekte Patsy Ramsey naar eigen zeggen dat haar dochter was ontvoerd, nadat ze een losgeldeis van $108.000 vond in de villa. Hoewel de ontvoerder de ouders verbood contact op te nemen met familie en politie, belde Patsy de politie toch en nodigde ze familie en vrienden bij haar thuis uit. De lokale politie onderzocht het hele huis, maar vond nergens sporen van inbraak. In de eis stond dat JonBenét werd vrijgelaten nadat het losgeld zou zijn geleverd en geteld.
Op die middag vroeg rechercheur Arndt aan een vriend van de ouders, Fleet White, om samen met John Ramsey te zoeken naar "ongewone dingen". John en twee vrienden begonnen hun zoektocht in de kelder. Daar vond John in de wijnkelder het lijkje van zijn dochter, dat bedekt was met een wit laken. Hij droeg het lichaam naar boven en legde het op de vloer in de gang. Arndt verplaatste het later naar de voet van de kerstboom. Nog later werd het lichaam in opdracht van de politie naar elders verplaats, voor het onderzoek. Dit als vanzelfsprekend onder het oog van de ouders.
Uit de autopsie op het lichaam van JonBenét bleek dat ze was overleden aan wurging en een schedelfractuur. Een garrote gemaakt van nylondraad en het handvat van een verfkwast was gebruikt om haar te wurgen. Haar schedel had ernstig letsel opgelopen, ze was mogelijk ook seksueel misbruikt. De andere helft van de verfkwast werd gevonden in een doos met kunstgerei van Patsy Ramsey. Experts zeiden dat bij het maken van de garotte een goede kennis van knopen benodigd was. Uit de autopsie bleek ook dat JonBenét een paar uur voor haar dood ananas gegeten had, waar haar moeder naar eigen zeggen niets van wist.
[bewerk] Aanwijzingen
Politieonderzoekers in en rond het huis ontdekten de volgende aanwijzingen die door sommigen als bewijs voor indringen werden opgevat:
- twee ongelijke voetstapafdrukken die niet overeen kwamen met welk paar schoenen dan ook in het huis
- een derde schoenafdruk van een onbekend persoon aan de buitenkant van het raam van de wijnkelder, waarvan John zei dat het niet meer werkte
- een mogelijke schoenafruk op een koffer die onder het raam was geplaatst
- een onbekend touw dat werd gevonden op het bed van de logeerkamer, net naast JonBenét's kamer
- fysieke sporen op het lichaam van JonBenét die duiden op het gebruik van een verdovingspistool
- bloedspoor op de onderbroek van JonBenét die niet overeenkwam met het bloed van een bekende verdachte
[bewerk] Losgeldeis
Onderzoek wees uit dat de drie pagina's tellende eis van de ontvoerder was geschreven op een schrijfblok van het gezin Ramsey. Een pen van het merk Sharpie, die ook gebruikt moest zijn bij het schrijven van de eis, werd gevonden in een prullenbak in de keuken van het huis, samen met andere pennen van hetzelfde type. Volgens de FBI werd er ook een kladversie van de losgeldeis gevonden op het schrijfblok. Er werden geen vingerafdrukken gevonden op het papier. De tekst van de brief bevatte vele rare onderdelen, waaronder de losgeldeis van $108.000. John Ramsey verdiende dat jaar, misschien per toeval, een bonus van $118,117.50. Tijdens verder onderzoek maakte de politie bekend dat John Ramsey's Bijbel opengeslagen werd gevonden in zijn kantoor bij Psalm 118. De politie vond dat het geldbedrag dat werd geëist opvallend laag was in verhouding tot het inkomen van John Ramsey.
Het handschrift van verschillende mogelijke verdachten werd door onderzoekers vergeleken met dat van de geldeis. Forensische analisten pleitten iedereen behalve Patsy Ramsey vrij van het schrijven van de brief, omdat haar handschrijft enkele gelijkenissen vertoonde.
[bewerk] Verdere ontwikkelingen
In december 2003 had forensisch onderzoek genoeg materiaal verzameld van de bloedsporen op de onderbroek van JonBenét om tot een dna-profiel te komen. Het dna was van een onbekende man. Het dna werd toegevoegd aan de database van de FBI, waar meer dan 1,6 miljoen profielen van met name veroordeelde misdadigers in zitten. Het kwam vooralsnog niet overeen met een ander profiel, maar het zou iedere week opnieuw bekeken worden.
Onderzoek wees later ook uit, dat er meer dan 100 inbraken bekend waren in de de buurt van het huis van de Ramseys in de maanden voor de moord op JonBenét en dat 28 geregistreerde seksueel misbuikers woonden in een straal van 3,5 kilometer rond het ouderlijk huis.
JonBenét's moeder overleed 24 juni 2006 aan eierstokkanker, op de leeftijd van 49. Ze streed al tegen de ziekte sinds de diagnose in 1993. In 2003 leek ze de ziekte overwonnen te hebben. Voor haar dood wist ze al dat de politie een verdachte van de moord op haar dochter onderzocht in Bangkok.
[bewerk] Arrestatie augustus 2006
Op 16 augustus 2006 werd bekend dat er een verdachte in Bangkok, Thailand was aangehouden in verband met de moord op JonBenét Ramsey. De verdachte is de 41-jarige basisschoolleraar John Mark Karr. De autoriteiten zouden hem via internet hebben opgespoord. Hij heeft tegenover de Thaise immigratiepolitie en televisiecamera's toegegeven bij de dood van JonBenét te zijn geweest. Op de vraag of hij een onschuldig man is, antwoordt hij resoluut "nee". Hij was geobsedeerd door JonBenét en was verliefd op haar geworden. Volgens hem is het een uit de hand gelopen kidnap, met de dood van JonBenét als "een ongeluk". Hij heeft bevestigd dat hij $108.000 heeft geëist, zoals ook in de brief stond. Hij werd binnenkort overgebracht naar Colorado voor verder onderzoek.
Op 29 augustus 2006 werd bekend dat het DNA aangetroffen op de plaats van de moord niet overeenstemde met dat van Karr. De aanklacht terzake van de moord werd ingetrokken.
[bewerk] Speculaties
Speculatie van experts, de media en de ouders hebben voor de arrestatie verschillende theorieën opgeleverd. Een lange tijd geloofde de lokale politie dat JonBenét's moeder Patsy haar dochter, nadat ze die avond in haar bed had geplast, per ongeluk had gedood in een woedeaanval. Een andere theorie was dat John Ramsey zijn dochter seksueel misbruikte en haar doodde om dat te verhullen. John Ramsey's zoon werd ook in verschillende theorieën genoemd en moest getuigen voor een jury. Het politieonderzoek was lange tijd alleen gericht op leden van de familie Ransey, hoewel ze nooit openlijke agressie of verdacht gedrag hadden tentoongespreid tegenover hun kinderen.
De ouders hebben zelf altijd volgehouden dat de moord gepleegd moest zijn door een indringer. Sommige politieonderzoekers en privédetectives deelden die theorie. Het voormalig hoofd Gedragspatronen van de FBI, John Douglas werd ingehuurd door de ouders om de zaak te onderzoeken. Hij concludeerde dat de Ramsey's niet betrokken waren bij de zaak en dat de kans klein was dat iemand die ooit zou oplossen. Hij beschreef zijn onderszoek in zijn boek The cases that haunt us uit 2001.
Door het gebek aan bewijs werden de ouders nooit berecht. Niet lang na de moord, verhuisden de ouders naar een nieuwe woning in Atlanta. Twee van de hoofdonderzoekers trokken zich terug, waardoor er geruchten waren over corruptie bij de staatspolitie.
Er zijn speculaties geweest dat de FBI bewust de publieke verdenkingen voedde, door misleidende informatie aan de pers door te spelen. Zo zouden ze druk op de ouders van JonBenét hebben willen zetten om te bekennen.