Jeruzalem van goud
Jeruzalem van goud (Hebreeuws: Jeroesjalajim sjel zahav) is een lied dat is geschreven door de Israëlische componist en tekstdichter Naomi Shemer.
Het lied werd in 1967 geschreven, enkele dagen voordat de Zesdaagse Oorlog begon, Israël Oost-Jeruzalem innam, en de westmuur in die stad weer toegankelijk werd voor joden.
De zangeres Shuli Nathan zong het lied tijdens het Israelische zangfestival van 1967. Voor dit festival werd het geschreven door Naomi Shemer. Behalve door Naomi Shemer zelf en Shuli Nathan, werd het lied later ook door zeer vele andere artiesten gezongen, zoals Ofra Haza, en het werd een van de populairste liederen van het land.
[bewerk] Volkslied
Het lied fungeert als tweede volkslied van Israël. In de knesset is in 1967 door de vredesactivist Uri Avneri voorgesteld, het als vervanging voor het huidige volkslied, het hatikwa, in gebruik te nemen, waar Naomi Shemer wel haar toestemming toe verleende, maar waarop zij aangaf dat het hatikwa onvervangbaar was. Het voorstel kwam niet ver.
[bewerk] Inhoud
Het lied heeft een poetische tekst. Het is een lofdicht op de stad Jeruzalem. Veel gebouwen in de stad hebben een gouden gloed bij bijvoorbeeld avondlicht, door een speciale soort stenen dat bij de bouw ervan is gebruikt. Op een deel van de inhoud ervan wordt wel kritiek geuit, voornamelijk het feit, dat het lied de verlatenheid en leegte van de stad beschrijft, terwijl er altijd arabieren en joden hebben gewoond, en de stad tegenwoordig juist veel inwoners heeft, wat het als volkslied minder geschikt zou maken.
Behalve dat het Jeruzalem beschrijft, worden ook andere plaatsen van het land genoemd zoals de Dode Zee.
Het refrein luidt:
- Jeroesjalajim sjel zahav - Jeruzalem van goud
- wesjel nechosjet wesjel or - en van koper en van licht
- halo lechol sjirajich - Is het niet zo dat voor al jouw liederen
- ani kinor - ik een harp ben?