Jacob van Savoye
Jacob van Savoye, graaf van Romont, heer van Vaud († 30 januari 1485), was de negende zoon van hertog Lodewijk van Savoye en Anna van Lusignan. Hij was gehuwd met zijn volle nicht Maria van Luxemburg (1462-1546), met wie hij een dochter had, Louise Françoise.
[bewerk] In dienst van Karel de Stoute
Als jongere zoon van hertog Lodewijk van Savoye ontving Jacob in 1460 het land van Vaud als apanagegoed, samen met de titels graaf van Romont, heer van Vaud, Morat, Avenches, Payerne, Moudon, Rue en Yverdon. Het land van Vaud hoorde reeds sinds de dertiende eeuw toe aan het Huis van Savoye.
Terwijl zijn schoonzus Yolande van Frankrijk, weduwe van Amadeus IX van Savoye en zijn broer Filips toenadering zochten tot de Franse koning Lodewijk XI trad Jacob in dienst van de machtige Bourgondische hertog Karel de Stoute.
In 1473 ontving hij het stadhouderschap van Artesië. Twee jaar later werd hij stadhouder en luitenant-generaal van beide Bourgondiës.
Bij de oorlog tussen de Bourgondiërs en het Zwitsers Eedverbond verloor Jacob van Savoye zijn goederen te Vaud.
[bewerk] In dienst van Maria van Bourgondië
Na de dood van Karel de Stoute in de slag bij Nancy in 1477 en de daaropvolgende crisis verdedigde Jacob van Savoye vol overtuiging de rechten van Maria van Bourgondië. Als beloning hiervoor werd hij een jaar later opgenomen in de Orde van het Gulden Vlies (13e kapittel, Brugge). In 1479 nam hij deel aan de slag bij Guinegatte.
Na het overlijden van hertogin Maria van Bourgondië stelden de Staten-Generaal Jacob aan tot luitenant-generaal van de Nederlanden. Hij zetelde in de eerste regentschapsraad die in Vlaanderen de macht van Maximiliaan van Oostenrijk betwistte. In 1484 nam hij deel aan de verzoeningspoging die de Vliesridders opzetten, maar toen Maximiliaan een jaar later de toestand onder controle kreeg, verdween Jacob noodgedwongen naar de achtergrond. Hij overleed enkele maanden later in het kasteel van Ham in Picardië.