Portaal:Informatica/Uitgelicht/2
RAM staat voor Random Access Memory, ofwel geheugen waarvan iedere geheugenplaats even snel toegankelijk is (in tegenstelling tot bijvoorbeeld een harde schijf waarbij gewacht moet worden tot de betreffende plek onder de leeskop doordraait). Daarnaast kan RAM-geheugen zowel gelezen als geschreven worden.
De eerste elektronische computers hadden soms naast de relais en buizenschakelingen een zogenaamd trommel-geheugen, bestaande uit een grote trommel bedekt met een magnetiseerbare laag die ongeveer 100 keer per seconde ronddraaide en die op enkele tientallen regels een honderdtal woorden had staan. Elke regel werd afgelezen door een eigen leeskop. Op een trommelgeheugen kwam elke geheugenplaats dus ongeveer elke 10ms een keer langs, en kon dan gelezen of geschreven worden. Maar dit was dus geen RAM !
Na het trommelgeheugen kwam het werkgeheugen in de vorm van magnetiseerbare ringetjes (ringkern-geheugen). Dit was wel RAM.