Herman Teirlinck (schrijver)
Herman Louis Cesar Teirlinck (Sint-Jans-Molenbeek, 24 februari 1879 – Beersel-Lot, 4 februari 1967) was een Belgisch schrijver en dichter.
[bewerk] Leven
Teirlinck werd geboren als enige zoon van de vijf kinderen van toneelschrijver Isidoor Teirlinck en onderwijzeres Josefine van Nieuwenhove. Wegens zijn zwakke gezondheid bracht hij zijn vroege jeugd grotendeels door in Zegelsem bij de ouders van zijn vader. De lagere school en middelbare school (Koninklijk Atheneum) volgde hij in Brussel. Teirlinck wilde schrijver worden, maar gaf gehoor aan de wens van zijn vader en schreef zich in bij de Faculteit der Wetenschappen in Brussel om arts te worden. Van studeren kwam echter niet veel. Teirlinck vertrok vervolgens naar Gent en studeerde daar Duitse taal- en letterkunde, maar brak ook deze studie af. In 1902 trad hij in het huwelijk met Mathilde Lauwers. In hetzelfde jaar werd hij ambtenaar bij de gemeente Brussel. In 1903 was hij medeoprichter van het tijdschrift Vlaanderen, opvolger van Van Nu en Straks.
Vanaf 1906 was Teirlinck Belgisch correspondent voor het Algemeen Handelsblad. Hij ging zich steeds meer op het leven in Brussel richten. Rond 1909 vestigde hij zich in Linkebeek waar hij zich met de plaatselijke politiek bemoeide. In 1909 verscheen ook zijn essay over toneel waarin hij zich een aanhanger betoonde van de theatrale vernieuwingen die Edward Gordon Graig had geïntroduceerd. Teirlinck schreef zelf ook toneelstukken en was actief bij de plaatselijke toneelvereniging. Vanaf 1910 was hij leraar Nederlands, eerst op een jongensschool in Brussel, en vanaf 1925 aan de Academie voor schone Kunsten te Antwerpen. In de tussenliggende periode was hij vanaf 1912 directeur van een meubelfabriek (tot 1926) en werd hij secretaris van de werkgeversbond voor de Belgische houtindustrie.
Vanaf 1928 was Teirlinck verbonden aan de Stedelijke Meisjesnormaalschool te Brussel, als docent Nederlands, en aan het Nationaal Hoger Instituut voor Bouw -en Sierkunsten als docent techniek van het toneel. In 1938 werd hij er directeur. Inmiddels had hij ook contact met het Belgische hof, en vanaf 1933 was hij adviseur, eerst voor koning Albert I en vanaf 1934 voor koning Leopold III.
Nadat in 1928 zijn eerste echtgenote was overleden, trouwde hij in 1931 opnieuw, ditmaal met Johanna Hoofmans. In 1936 verhuisden zij naar Beersel.
Na de Tweede Wereldoorlog was Teirlinck in 1946 medeoprichter van het Nieuw Vlaams Tijdschrift, waarvan hij directeur werd. In hetzelfde jaar richtte hij de Studio van het Nationaal Toneel te Antwerpen op; later bekend als Studio Herman Teirlinck. In 1951 werd hij adviseur bij het ministerie van Onderwijs.
Teirlincks tweede vrouw overleed in 1963. Teirlinck zelf overleed vier jaar later, 20 dagen voor zijn 88-ste verjaardag. Zijn huis in Beersel-Lot is thans ingericht als Teirlinck-museum en kunstgalerie.
[bewerk] Prijzen
- 1928 - Staatsprijs voor toneelletterkunde, voor De man zonder lijf
- 1930 - Staatsprijs voor toneelletterkunde, voor Ave
- 1950 - Staatsprijs
- 1956 - Prijs der Nederlandse Letteren
[bewerk] Bibliografie
- Verzen (1900; gedichten)
- Landelijke historiën (1901; roman)
- De wonderbare wereld (1902; roman)
- Het stille gesternte (1903; roman)
- 't Bedrijf van den kwade (1904; roman)
- De doolage (1905; roman)
- Zon, een bundel beschrijvingen (1906; essays)
- De kroonluchter, kunstgenootschap (1907; roman)
- Het avontuurlijk leven van Lieven Cordaat (1908)
- Mijnheer J.B. Serjanszoon, orator didacticus (1908; roman)
- Het ivoren aapje (1909; roman)
- Johan Doxa, `Vier herinneringen aan een Brabantschen Gothieker' (1917; roman)
- De Nieuwe Uilenspiegel of de jongste incarnatie van den scharlaken Thijl (1920; bewerking van het oude volksverhaal)
- De vertraagde film (1922; toneelstuk)
- Ik dien (1924; toneelstuk)
- De man zonder lijf (1925; toneelstuk)
- De wonderlijke mei (1925; toneelstuk)
- De leemen torens (1928; brievenroman met Karel van de Woestijne)
- De ekster op de galg (1937; toneelstuk)
- Elckerlyc (1937)
- Ave (1938; toneelstuk)
- Maria Speermalie, 1875-1937 (1940; roman)
- De XXXX brieven aan Rolande (1944)
- Het gevecht met de engel (1952; roman)
- Zelfportret of Het galgemaal (1955; roman)
- Wijding voor een derde geboorte (1956; theatertheoretische essays)
- Dramatisch Peripatetikon (1959; theaterleerboek)
- Verzameld werk, 8 dln. (1955-1969)
- Verzameld werk, 9 dln. (1973)