Hendrik II van Brabant
1207-1248 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Hertog van Brabant | ||||||
|
||||||
|
Hendrik II (1207 – 1 februari 1248), hertog van Brabant van 1235 tot aan zijn dood, was de zoon uit het 1e huwelijk van Hendrik I, wiens oostwaartse expansiepolitiek hij voortzette. Hij mengde zich in de twisten tussen de prinsbisschop van Luik en de steden van zijn bisdom, en sloot zich ook aan bij de Duitse keizer Frederik II, wat hem in 1244 het bezit van het graafschap Dalhem opleverde.
Tijdens de minderjarigheid van zijn neven Otto II van Gelre (zoon van zijn zus Margaretha) en Willem II van Holland (zoon van zijn andere zus Mathilda) stonden hun vorstendommen (Gelre en Holland) onder zijn invloed. In 1247 weigerde hij de titel van Duits koning, ten voordele van zijn neef Willem.
Zijn tweede echtgenote, Sofia van Thüringen († 1275), dochter van landgraaf Lodewijk IV van Thüringen en de H. Elisabeth van Hongarije, erfde in 1247 het landgraafschap Thüringen, dat echter in 1275 weer van Brabant werd gescheiden als erfdeel voor Hendrik het Kind (stamvader van het Huis Hessen), hun zoon uit dit tweede huwelijk. Op 12 januari 1248, enkele dagen vóór zijn dood, verleende hertog Hendrik aan zijn onderdanen het eerste algemeen landsprivilegie voor Brabant, waarbij hij o.m. rechtszekerheid beloofde, en dat bedoeld was om de opvolging van zijn nog jonge zoon Hendrik III in de ogen van zijn onderdanen te vergemakkelijken.