Grote wasbloem
| Grote wasbloem | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
 Bloemscherm |
||||||||||||
| Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
| Soort | ||||||||||||
| Hoya carnosa | ||||||||||||
 Bladeren |
De grote wasbloem (Hoya carnosa) is de bekendste vertegenwoordiger van de wasbloemen. De plant heeft, dunne, tot 6 meter lange stengels met korte hechtwortels, waarmee hij zich aan bomen en rotsen vasthecht. De plant heeft dikvlezige, tegenoverstaande bladeren. De bladeren zijn eivormig tot ovaal, 5 – 10 cm lang en 2,5 – 5,5 cm breed. Ze hebben een wasachtige glans.
De tot 30 bloemen groeien in bloemschermen. De bloeiwijze heeft een 1 -3 cm lange steel, waaruit de 2 – 4 cm lange individuele bloemstelen ontspringen. De bladen zijn tot 3 mm lang en zitten verborgen onder de witte tot zachtroze, 1,5 – 2 cm brede bloemkroon. Bovenop de bloemkroon zit nog een, kleinere, stervormige, roomwitte bijkroon met een rood centrum. De bloemen beginnen ’s nachts sterk te geuren en worden dan bestoven door insecten. De vruchten zijn langwerpig, toegespitst, 6 – 10 cm lang en 0,5 – 1,5 cm breed.
De grote wasbloem komt oorspronkelijk voor van India tot in China en in Australië op bomen en rotsen. Tegenwoordig wordt de plant wereldwijd gekweekt. In België en Nederland kan de plant het beste in de gematigde kas worden gekweekt.
