Grote teunisbloem
Grote teunisbloem | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
Soort | ||||||||||||
Oenothera erythrosepala | ||||||||||||
De grote teunisbloem (Oenothera erythrosepala) is een tuinplant, maar is in Nederland en België hier en daar verwilderd. De bloemknoppen zijn kegelvormig en de kroonbladen langer dan 3 cm en veel langer dan de meeldraden. De plant bloeit van juni tot oktober. De plant is een zelfbevruchter en bestuift zichzelf als de bloemknop nog gesloten is (knopbestuiver). De vrucht is een zaaddoos. Het zaad is zeer fijn, duizend zaden wegen ongeveer 0,5 g.
Met deze soort heeft Hugo de Vries zijn mutatieproeven gedaan. Hij concludeerde aan de hand van zijn proeven, waarbij hij sprongsgewijze veranderingen vond, dat de grote teunisbloem zeer mutatiegevoelig was. Doordat de teunisbloem een zeer speciaal verervingsmodel heeft trok hij de verkeerde conclusies.
Dit verervingsmodel was toen echter nog niet bekend. De chromosomen vormen tijdens de paring ringen, waardoor alleen de uiteinden van de chromosomen met elkaar paren. Hierdoor blijft een serie eigenschappen steeds bij elkaar en vindt geen uitwisseling (overkruising) plaats. Hoewel vaak bij de celdeling de chromosomen van de moeder en van de vader bij elkaar bleven en dus geen vermenging van chromosomen optrad werden in de nakomelingen geen planten gevonden die voor 100% op de moeder of op de vader leken. Dit kwam doordat bij deze combinatie geen levensvatbaar zaad ontstond. Alleen waarbij wel vermenging optrad werd kiemkrachtig zaad gevormd. Door deze twee afwijkende gedragingen gaan de algemene wetten uit de erfelijkheidsleer bij de grote teunisbloem niet op.
Teunisbloemzaad is vanuit Noord-Amerika meegekomen met de grond die als ballast voor de schepen gebruikt werd en is vanuit de havens verder verspreid.
De teunisbloem (Oenothera biëenis) komt van oudsher voor in Mexico, Centraal-Amerika en Noord-Amerika. Tijdens de ijstijden trok de plant zich terug tot in Mexico en verspreidde zich van daaruit telkens weer over Noord-Amerika. Hierdoor is er een grote vormenrijkdom ontstaan.
[bewerk] Olie
Bij de teelt voor de olie zijn opbrengsten te behalen van 650 - 800 kg zaad per ha. Het totale oliegehalte varieert van 14 - 28 %. De olie uit de teunisbloemzaden wordt o.a. verwerkt tot een homeopathisch middel en bevat het zeldzame gamma-linoleenzuur (GLA). Voor mensen die linolzuur in het lichaam niet kunnen omzetten in gamma-linoleenzuur is dit geneesmiddel onmisbaar. Dit komt echter nauwelijks voor. Verder zou gamma-linoleenzuur een bloeddruk en cholesterol verlagende werking hebben. De bloeddrukverlagende werking is niet bewezen en de cholesterolverlagende werking is minder dan of gelijk aan die van linolzuur.
[bewerk] Externe link
- SoortenBank.nl beschrijving en afbeeldingen