Grote Hongaarse Laagvlakte
De Grote Hongaarse Laagvlakte (Hongaars: Alföld of Nagyalföld, Slowaaks: Veľká dunajská kotlina, Roemeens: Câmpia Tisei) is een grote vlakte die in het zuidelijke en oostelijke deel van Hongarije, Zuid-Slowakije, Zuidwest-Oekraïne en West-Roemenië, Noord-Kroatië en Noord-Servië ligt. Hij vormt het grootste deel van de Pannonische Vlakte.
De begrenzingen van de laagvlakte zijn grofweg de Donau in het westen, de Karpaten in het noorden en oosten en het Balkangebergte in het zuiden. De voornaamste rivier in het gebied is de Tisza.
De vlakte bestond tot ver in de 19de eeuw vooral uit grasland en moerassen en werd vooral voor de veeteelt gebruikt. Tegenwoordig is het vooral akkerbouwgebied.
De Grote Hongaarse Laagvlakte wordt onderscheiden van de Kleine Hongaarse Laagvlakte die in Noordwest-Hongarije en de aangrenzende Slowaakse en Oostenrijkse gebieden ligt.