Getijde (astronomie)
Op Getijdenstroom staat tekst die in dit artikel ingevoegd zou moeten worden. Daarna kan dat artikel een redirect worden (Overleg). |
Het getijde of getij is het verschijnsel dat de watermassa's op aarde een dagelijks variërende hoogte vertonen, voornamelijk als gevolg van de invloed van de zwaartekracht van de maan. Ook de zon levert een, zij het slechts kleine, bijdrage aan dit verschijnsel.
De periode van het stijgen van het water heet vloed, die van het zakken eb. De maximale waterhoogte heet hoogwater of hoogtij, de minimum hoogte laagwater of laagtij. Tijdens de kentering, als de stroomrichting omkeert, is er enige tijd geen stroming.
Inhoud |
[bewerk] Eb en vloed
Op elke plek van de oceaan treedt per dag tweemaal vloed op en ook tweemaal eb. De tijd tussen twee momenten met de hoogste waterstand bedraagt gemiddeld 12 uur en 25 minuten. De tijdsduur van 12 uur wordt veroorzaakt door de draaiing van de aarde om zijn as, de tijd van 25 minuten komt door de baan van de maan ten opzichte van de draaiende aarde.
Als het gisteren vloed was om 7 uur, zal die vandaag om 7.50 uur, dus ongeveer 50 minuten (= 2 x 25 min) later plaatsvinden; er zijn dan namelijk al 2 eb- en vloed-cyclussen opgetreden.
Overigens zijn er, als gevolg van de complexiteit van de getijdewerking, gebieden (bijvoorbeeld in de baai van Along in Vietnam) waar slechts eenmaal per dag eb en vloed is.
De waterhoogte, die tijdens eb en vloed optreedt ten opzichte van het gemiddelde zeeniveau, varieert. Rond nieuwe en volle maan worden de getijdenbewegingen versterkt omdat de maan en de zon op één lijn staan. Dit verschijnsel wordt springvloed genoemd. Als de schijngestalte van de maan in het eerste kwartier of het laatste kwartier is treden juist de minste getijdenbewegingen op. Dit wordt doodtij genoemd.
De Middellandse Zee heeft bijna geen eb- en vloedgetijde. Dat bedraagt maar ong. 15 centimeters. Dit komt door de "vernauwing" van de Straat van Gibraltar en Tanger. Eer de vloed opkomt in de Atlantische Oceaan en de uitgestrekte bekkens van de Zwarte Zee en Middellandse Zee worden opgevuld met het opkomende water, wordt het weer weggetrokken door het eb-getijde. Daarom is er zo weinig eb en vloed in de Zwarte- en Middellandse Zee.
Zie ook: wantij
[bewerk] Eb en vloed in de Noordzee
De tijd waarop eb en vloed optreden op een punt langs de kust wordt sterk bepaald door de lokale topografie.
De eb- en vloedstroom in de Noordzee wordt veroorzaakt door de getijdenwerking van de Atlantische Oceaan. De invloed daarvan dringt zowel door in het Nauw van Calais als om de kust van Schotland en Engeland heen naar het zuiden. Deze twee golfbewegingen komen in de Noordzee samen tot een enkele eb- en vloedbeweging. Door de geringe en ongelijkvormige diepte (Doggersbank) van de Noordzee ontstaat er een vervorming van de getijdelijn, waardoor het dubbele laagwater (agger) ontstaat bij Hoek van Holland en de langgerekte vloedkop te Den Helder. Deze verschijnselen zijn dus niet afkomstig van een noord-zuid-tij maar alleen omdat de Noordzee niet overal even diep is.
Als er gekeken wordt naar de tijden van hoog- en laagwater, dan blijkt dat de tijd van hoogwater zich vrij regelmatig verlaat vanaf Wielingen tot aan Petten, waar zelfs twee hoogwaters kunnen voorkomen met een tussenruimte van ongeveer 2 uur. Daarna verlaat de tijd van hoogwater weer vrij regelmatig vanaf Den Helder om de Noord. Bij Vlissingen bedraagt het verschil in waterhoogten van eb en vloed ongeveer 382 cm. Bij Hoek van Holland slechts 169 cm. Den Helder 137 cm. Echter dan neemt het weer toe: Harlingen 201 cm., Delfzijl 299 cm.
[bewerk] Werking van getijden
Vaak wordt gedacht dat de getijden ontstaan doordat de zwaartekracht van de maan het water naar zich toetrekt, maar dit is niet het hele verhaal. Als het alleen hierdoor kwam, zou er immers slechts eenmaal per 24 uur een vloedperiode optreden.
Om de tweede vloedperiode te verklaren, moeten aarde en maan als één systeem worden gezien die om een gezamenlijk middelpunt draaien. Dat middelpunt bevindt zich in de aarde, echter niet in het centrum, maar ongeveer 1500 kilometer onder de aardkorst (het centrum van de aarde bevindt zich op ongeveer 6400 kilometer diepte). De middelpuntvliedende kracht van het aarde-maan systeem is het grootst op de van elkaar afgewende zijden van beide hemellichamen. Dus aan de "achterkant" van de aarde, gezien vanaf de maan komt een tweede vloedgolf.
In feite is het beter om op deze manier ook de vloedgolf te beschouwen aan de zijde die naar de maan is toegekeerd: in het om elkaar draaiende aarde-maan-systeem worden beide hemellichamen enigszins tot een ellips uitgetrokken.
De draaiing van de aarde om haar eigen as, die voor het dag-nacht-ritme zorgt, is ook de oorzaak van het eb-vloed-ritme. Omdat er twee "vloedgolven" zijn, is het tweemaal per dag vloed. Het ritme loopt echter niet helemaal synchroon met het dag-nacht-ritme omdat de aarde en de maan in ongeveer 28 dagen om elkaar draaien en er in die periode een "eb-vloed-dag" minder is dan een "dag-nacht-dag". Het verschil is ongeveer 50 minuten per dag: 28 x 50 minuten = 1400 minuten. Een dag heeft 24 x 60 = 1440 minuten.
Eenzelfde verklaring geldt voor het systeem zon-aarde, de middelpuntvliedende krachten zijn echter kleiner, ongeveer 46% van die van het aarde-maan-systeem.
[bewerk] Vervorming van de aarde zelf
Getijden hebben niet alleen effect op het water in de oceaan, maar ook op de aarde zelf. Deze getijden zijn niet zo uitgesproken, maar zijn wel meetbaar door de vervormbaarheid van de aardkorst en aardmantel. Door de stijfheid van de aardmassa zelf, lopen de eb en vloed van de aarde zelf ongeveer twee uur achter op de getijden van de zee.
Doordat de getijden wrijving veroorzaken, wordt de draaiing van de aarde om zijn as steeds verder vertraagd, en wordt de dag steeds langer. Een ander gevolg hiervan is dat de maan langzaamaan verder van de aarde komt af te staan.
[bewerk] Externe links
- Our Restless Tides, A brief explanation of the basic astronomical factors which produce tides and tidal currents.
- Getijdenvoorspellingen Nederland
- Getijdenvoorspellingen Vlaanderen